93 - PDF Free Download (2025)

a Toelichting bij het onderzoek

Elsevier’s De beste ziekenhuizen 201 3

Gebruikte methode om te komen tot een samengestelde score op effectiviteit, veiligheid, dienstverlening en wachttijden en tot scores op patiëntervaringen, zorgzwaarte en financiële positie per ziekenhuis Versie 4.0, 2013

2

1/93

Samenvatting SiRM ondersteunt het weekblad Elsevier bij het onderzoek De beste ziekenhuizen 2013 naar de prestatie-indicatoren en andere publiek beschikbare gegevens over Nederlandse ziekenhuizen. Voor het onderzoek zijn prestatie-indicatoren geselecteerd, zowel zorginhoudelijke indicatoren als gegevens over wachttijden, gegevens over de financiële toestand van een ziekenhuis en over de ervaringen van patiënten met borstzorg, rughernia en spataderen (CQ-index). De zorginhoudelijke indicatoren zijn ingedeeld naar de domeinen effectiviteit, veiligheid en dienstverlening. Samen met de wachtlijsten bepalen de scores op die drie domeinen de positie in het Elsevier-onderzoek De beste ziekenhuizen. Aantal meegenomen indicatoren gestegen door verplichtstelling ZiZo sets We hebben 542 van de 1516 beschikbare indicatoren uit de basisset en de veiligheidsset van de IGZ en de wettelijk verplichte indicatorsets Zichtbare Zorg geselecteerd. In de selectie is een groot deel uit de ziekenhuisbrede indicatorsets meegenomen en een groot deel van de indicatoren voor acute zorg die door alle ziekenhuizen wordt geleverd. Uit indicatorsets voor aandoeningspecifieke electieve zorg zijn alleen de indicatoren geselecteerd die iets zeggen over de kwaliteit van het gehele ziekenhuis, en niet enkel over één specifieke aandoening. Er zijn geen indicatoren geselecteerd waarvoor een casemixcorrectie noodzakelijk is en ontbreekt. Methode van onderzoek In dit onderzoek worden verschillende indicatoren gecombineerd tot samengestelde indicatoren. De indicatoren worden eerst geschaald naar een uniforme schaal (z-score) en worden daarna gewogen bij elkaar opgeteld. De gewichten zijn samen met Elsevier vastgesteld. De verhouding in gewicht tussen structuur-, proces- en uitkomstindicatoren is vastgesteld op 1:1,5:2. Ziekenhuizen die gegevens niet hebben aangeleverd, krijgen de laagst gescoorde waarde. Ziekenhuizen konden mogelijk foutieve waarden corrigeren: 68 ziekenhuizen hebben SiRM updates van hun waarden gestuurd. Bollensystematiek verdeeld de totale groep in vieren De score van een ziekenhuis wordt uitgedrukt in één tot vier bolletjes. De bolletjes bevatten geen waardeoordeel van SiRM of Elsevier, maar geven aan hoe het ziekenhuis scoort op de geselecteerde indicatoren vergeleken met het gemiddelde in Nederland. De uitslag kwalificeert ziekenhuizen dus niet als ‘slecht’ of ‘goed’ in absolute zin. Voor indicatoren waarbij toeval een rol speelt, houden we rekening met de statistische betrouwbaarheid. De score van een ziekenhuis en het betrouwbaarheidsinterval van toevalsindicatoren bepalen dan samen het aantal bolletjes van een ziekenhuis. Op

2

2/93

indicatoren met toeval kunnen het domein effectiviteit kunnen ziekenhuizen ook halve bolletjes scoren. Wachttijden Wachtti jden Vergelijking van de wachttijden is alleen gedaan voor specialismen en behandelingen die de meeste ziekenhuizen aanbieden. Financiële gegevens Voor de financiële toestand is een combinatie van vijf indicatoren, gevuld met gegevens uit de enkelvoudige jaarrekeningen, gebruikt. De jaarverslagen zijn door SiRM verzameld en geanalyseerd. Zorgzwaarte Als achtergrondinformatie is de zorgzwaarte van ziekenhuizen geschat. Alle ziekenhuizen worden daarvoor gescoord op zeven dimensies. Drie die te maken hebben met de omgeving waarin het ziekenhuis zich bevind (gemiddelde leeftijd en sociaal economische omgeving, geschat op basis van het aandeel allochtonen en het aandeel werklozen) en vier dimensies die te maken hebben met het karakter van het ziekenhuis (Omzet per EPB, type ziekenhuis (UMC, STZ, overig), niveau van de IC, aantal WBMV vergunningen). Patiëntervaringen Er is in 2012 een nieuwe CQI uitvraag geweest voor de CQI Ziekenhuisopname en polikliniek bezoek. Echter, deze scores waren niet op tijd beschikbaar om mee te nemen in de algemene analyses. Deze indicatoren zijn daarom dit jaar niet verwerkt in de ziekenhuisbrede

scores.

Op

specifieke

aandoeningen

is

wel

gekeken

naar

patiëntervaringen van ziekenhuizen voor Borstzorg, Rughernia en Spataderen.

2

3/93

Inhoud Samenvatting......................................................................................................................................................................... 2 Inhoud

................................................................................................................................................................................. 4

1

Inleiding .............................................................................................................................................................. 5

2

Selectie ziekenhuizen...................................................................................................................................... 7

3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6 3.1.7 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4

Zorginhoudelijke indicatoren ...................................................................................................................... 7 Selectie van zorginhoudelijke indicatoren ......................................................................................... 7 Definities en bronnen van de indicatoren ..................................................................................... 8 Schoningsuitvraag ................................................................................................................................. 11 Eerste selectie van de indicatoren .................................................................................................... 12 Types medisch inhoudelijke indicatoren ...................................................................................... 16 Selectie van indicatoren op basis van categorie-indeling........................................................ 18 Domeinen veiligheid, effectiviteit en dienstverlening ............................................................ 21 Bronnen van geselecteerde indicatoren ........................................................................................ 22 Berekenen van samengestelde zorginhoudelijke indicatoren ................................................... 22 Gebruik van uniforme schaal ............................................................................................................ 23 Samengestelde indicatorwaarde ......................................................................................................26 Gewichten per categorie indicatoren ............................................................................................. 27 Betrouwbaarheidsinterval.................................................................................................................. 28

4.1 4.2

Wachtlijstgegevens ........................................................................................................................................34 Selectie van wachtlijstgegevens ............................................................................................................34 Berekenen van samengestelde indicator wachtlijstgegevens .................................................... 37

4

5

Berekenen thema scores voor Elsevier .................................................................................................... 41

6

Transparantie score ........................................................................................................................................43

7 7.1 7.2 7.3

Financiële gegevens ...................................................................................................................................... 45 Bron voor financiële gegevens.............................................................................................................. 45 Selectie van financiële gegevens .......................................................................................................... 45 Berekenen van samengestelde indicator financiële gegevens .................................................. 46

8.1 8.2

Zorgzwaarte ..................................................................................................................................................... 48 Selectie van indicatoren zorgzwaarte ................................................................................................ 48 Berekenen van samengestelde indicator zorgzwaarte ................................................................. 49

9.1 9.2

Specifieke aandoeningen ............................................................................................................................ 50 CQ-index gegevens ................................................................................................................................... 50 Borstzorg ...................................................................................................................................................... 50

8

9

Appendix A – Ziekenhuizen opgenomen in Elsevier ............................................................................................ 54 Appendix B – Wijzigingen schoningsprocedure .................................................................................................... 57 Appendix C – Geselecteerde indicatoren .................................................................................................................. 67 Appendix D – Hercodering antwoorden ................................................................................................................... 68 Appendix E – Rekenregels ............................................................................................................................................ 69 Appendix F – Corrigeren uitbijters ..............................................................................................................................70 Appendix G – Wijzigingen verantwoordingsdocument .................................................................................... 93

2

4/93

1

Inleiding

SiRM ondersteunt Elsevier bij haar onderzoek naar de prestatie-indicatoren van Nederlandse ziekenhuizen. Dit document beschrijft de twee stappen die genomen zijn om tot de scores te komen die door Elsevier zijn gebruikt; (1) de selectie van indicatoren en (2) de berekening van een score per ziekenhuis. Relevante indicatoren selecteren Voor het onderzoek zijn publiek beschikbare indicatoren geselecteerd, zowel zorginhoudelijke indicatoren als gegevens over wachttijden, de financiële toestand van een ziekenhuis en de ervaringen van patiënten. De ziekenhuizen en specialisten zijn zelf betrokken geweest bij het vaststellen van de zorginhoudelijke indicatoren die bijvoorbeeld ook gebruikt worden door de Inspectie voor de gezondheidszorg voor haar toezicht en door verzekeraars voor de inkoop van ziekenhuiszorg. Voor het onderzoek naar de ziekenhuisbrede kwaliteit van de Nederlandse ziekenhuizen zoekt Elsevier naar een zo representatief mogelijk beeld van het gehele ziekenhuis. Daarom hebben we geen zorginhoudelijke indicatoren meegenomen waarvoor zorgzwaartecorrectie nodig is. Hoe berekenen we de totaal score? Verschillende indicatoren worden gecombineerd tot samengestelde indicatoren1. De indicatoren worden eerst omgeschaald naar een uniforme schaal en worden daarna gewogen bij elkaar opgeteld. De gewichten zijn samen met Elsevier vastgesteld. De score van een ziekenhuis wordt uitgedrukt in één tot vier bolletjes. De bolletjes bevatten geen waardeoordeel van SiRM, maar geven aan hoe het ziekenhuis scoort op de geselecteerde indicatoren vergeleken met het gemiddelde in Nederland. Voor indicatoren waarbij toeval een rol speelt, houden we rekening met de statistische betrouwbaarheid. De score van een ziekenhuis en het betrouwbaarheidsinterval bepalen dan samen het aantal bolletjes van een ziekenhuis. Op die indicatoren kunnen ziekenhuizen ook halve bolletjes scoren.

1 Nardo, M. et al. (2005), “Handbook on Constructing Composite Indicators: Methodology and User Guide”, OECD Statistics Working Papers, 2005/3, OECD Publishing. Jacobs, R., P. Smith, M. Goddard (2004) “Measuring performance: An examination of composite performance indicators”, The University of York – Center for health economics – CHE technical paper series 29. We passen hier de stappen toe die in Nardo et al. zijn beschreven.

2

5/93

De scores op de domeinen ‘veiligheid’ en ‘effectiviteit’ zijn gebundeld in een score voor

medische zorg. De scores op wachttijden en het domein ‘dienstverlening’ in een score op patiëntgerichtheid De scores voor medische zorg en dienstverlening bepalen samen weer de totaalscore (Figuur 1). De scores op de financiële gegevens, de CQI en zorgzwaarte worden apart beschouwd. Figuur 1– De totaalscore wordt bepaald op basis van scores op effectiviteit, veiligheid,

dienstverlening en wachttijden

Wat leest u in dit document? In dit document beschrijven we de selectie van de indicatoren van het onderzoek en de stappen waarmee ze zijn verwerkt tot samengestelde indicatoren per soort indicator: 1.

Zorginhoudelijke indicatoren, ingedeeld naar drie domeinen: a.

veiligheid

b.

effectiviteit en

c.

dienstverlening.

2.

Wachtlijstgegevens.

3.

Financiële gegevens.

4.

Zorgzwaarte.

5.

CQI gegevens

In hoofdstuk 2 worden de ziekenhuizen waarvoor scores zijn uitgerekend besproken. In hoofdstuk 3 tot en met 8 wordt de indicatorenselectie en berekening van de ziekenhuisbrede score op kwaliteit beschreven. Hierbij wordt achtereenvolgens ingegaan op de geselecteerde zorginhoudelijke indicatoren, wachttijdgegevens, de berekening van de themascores, de financiële gegevens en de zorgzwaarte. In hoofdstuk 9 wordt CQI gegevens van Borstzorg, Rughernia en Spataderen gepresenteerd.

2

6/93

2

Selectie ziekenhuizen

Voor het Elsevier onderzoek zijn alle Nederlandse ziekenhuizen geselecteerd die openbare gegevens hebben aangeleverd. ZBC’s zijn buiten beschouwing gelaten. Een 2-tal ziekenhuizen heeft zowel bij de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) als bij Zichtbare Zorg voor afzonderlijke locaties gegevens aangeleverd. Deze ziekenhuizen zijn apart opgenomen in het Elsevier onderzoek. Dit betreft de volgende ziekenhuizen: 1.

Gelre ziekenhuizen, locatie Apeldoorn

2.

Gelre ziekenhuizen, locatie Zutphen

3.

Zorggroep Leveste Middenveld, locatie Scheper Ziekenhuis

4.

Zorggroep Leveste Middenveld, locatie Ziekenhuis Bethesda

In 2012 waren Ziekenhuisgroep Twente, locatie Almelo en Hengelo apart, nu samen in IGZ databestand. Dit geldt ook voor Ommelander Ziekenhuis Groep, locaties Winschoten en Delfzijl. In totaal zijn 91 ziekenhuizen opgenomen in de Elsevier Ranglijst. Alle 91 ziekenhuisnamen zijn terug te vinden in appendix A.

3

Zorginhoudelijke indicatoren

3.1

Selectie van zorginh oudelijke indic atore n

We hebben een selectie gemaakt uit publiek beschikbare indicatoren die door het veld zelf zijn gedefinieerd. We onderscheiden indicatorsets voor ziekenhuisbrede aspecten van kwaliteit en aandoeningspecifieke indicatorsets (Figuur 2). •

Indicatoren uit ziekenhuisbrede sets worden vrijwel allemaal meegenomen in dit onderzoek.

Van de aandoeningspecifieke sets, nemen we acute zorg voor het grootste deel mee. Uit indicatorsets voor electieve aandoeningen hebben we indicatoren geselecteerd die iets zeggen over het gehele ziekenhuis.

2

7/93

Figuur 2– Schematische weergave van selectie van indicatoren uit diverse bronnen.

3.1.1

De fini ti es e n bro nn en van de in di cat or en

De gebruikte indicatoren zijn door het veld zelf vastgesteld. Zowel ziekenhuizen als medisch specialisten waren nauw betrokken bij de ontwikkeling en selectie van de indicatoren die wij hier ook gebruikt hebben. Die komen uit vier verzamelingen: •

De basisset die de IGZ gebruikt bij het toezicht op ziekenhuizen;

De veiligheidsset waarmee de IGZ het veilig werken in ziekenhuizen monitort; en

De wettelijk verplichte Ziekenhuis indicatorsets van Zichtbare zorg, die door zorgaanbieders, -inkopers en gebruikers is vastgesteld om de transparantie op de zorgmarkt te bevorderen.

Basisset. De IGZ hanteert een ‘basisset’ voor kwaliteitsindicatoren die zij vaststelt in overleg met de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Orde van Medisch specialisten (Orde). De uitgangspunten voor de basisset zijn2: •

Een prestatie-indicator geeft een signaal over de kwaliteit van de zorg op grond waarvan de inspectie kan besluiten nader onderzoek te verrichten.

2

Ziekenhuizen maken de gegevens zelf openbaar.

‘Prestatie-indicatoren ziekenhuizen. Basisset 2009’ , IGZ, Utrecht 2009.

2

8/93

Naast

externe

verantwoording

is

ook

het

stimuleren

van

interne

kwaliteitsverbetering een doel. •

Registratielast moet beperkt blijven.

De basisset van de IGZ is een ontwikkelingsmodel.

De stichting Dutch Hospital Data (DHD) verzamelt de indicatoren bij de ziekenhuizen en plaatst ze op de website www.ziekenhuizentransparant.nl. De indicatorset van verslagjaar 2012 is gewijzigd ten opzichte van de indicatoren uit verslagjaar 2011 3.

Veiligheidsindicatoren. De set met veiligheidsindicatoren zijn ook beschikbaar gesteld door

DHD.

Het

ziekenhuissterfte,

veiligheidsprogramma vermijdbare

sterfte

bevat &

indicatoren

schade,

binnen

Surveillance

de

thema’s

postoperatieve

wondinfecties, Sepsis, Vitaal bedreigde patiënten, Medicatieverificatie bij opname en ontslag, High Risk Medicatie, Verwisseling van/bij patiënten, en Voorkomen nierinsufficiëntie.

Zichtbare Zorg. In het Zichtbare Zorg Ziekenhuizen programma werden indicatoren gedefinieerd met zorgaanbieders en zorggebruikers samen. De volgende partijen vormden de stuurgroep: de Consumentenbond, de IGZ, de NFU, de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie (NPCF), de NVZ, de Orde, V&VN en Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Bij de ontwikkeling van de indicatoren speelden medisch specialisten ook een belangrijke rol4. Alle indicatorsets van Zichtbare Zorg bevatten indicatoren voor electieve zorg. Voor het meetjaar 2012 zijn ziekenhuizen verplicht om voor 42 indicatorsets gegevens aan te leveren als onderdeel van het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording:

3 4

Zie: IGZ basisset kwaliteitsindicatoren 2013, pp. 138-140 http://www.zichtbarezorg.nl/page/Ziekenhuizen-en-ZBC-s

2

9/93

a 1.

Baarmoederhalsafwijkingen

24. Longcarcinoom

2.

Bariatrische Chirurgie

25. Maagcarcinoom

3.

Benigne Prostaat Hyperplasie

26. Maculadegeneratie

4.

Beroerte

27. Maligne

5.

Blaascarcinoom

6.

Carpaletunnelsyndroom

28. Mammacarcinoom

7.

Cataract

29. Melanoom van de huid

8.

Chirurgische behandeling van

30. Meniscus en voorste kruisband

lage rug hernia en stenose

31. Migraine

Chronische

32. Nierstenen

9.

Lymfoom:

Diffuus

grootcellig B-cel lymfoom

belemmering

bloedstroom been

33. Obstructief

10. Coeliakie

slaapapneusyndroom

11. Colorectaal Carcinoom

bij volwassenen

12. Constitutioneel Eczeem

34. Operatieve

ingrepen

13. Cystic Fibrosis

stressincontinentie

14. Dementie

vrouw

15. Diabetes

35. Osteoporose

16. Dialyse bij nierziekten

36. Parkinson

17. Galblaasverwijdering

37. Psoriasis

18. Heupvervanging

38. Reumatoïde Artritis

19. HIV/AIDS

39. Ruggenmergstimulatie

20. IBD 21. In opzet curatieve behandeling prostaatcarcinoom 22. Knievervanging 23. Liesbreukoperaties

(OSAS)

bij

bij de

bij

Failed Back Surgery Syndrome 40. Varices 41. Ziekten

van

Adenoïd

en

Tonsillen 42. Zwangerschap en bevalling

Er zijn dit jaar geen aanvullende indicatorsets opgesteld waarvoor gegevensaanlevering niet wettelijk verplicht is. Een aantal indicatoren zijn facultatief. Dit betreffen indicatoren van de sets Beroerte (Tijdigheid TIA-diagnostiek), Chirurgische behandeling van lage rug hernia en stenose (Volume), Constitutioneel Eczeem (Gestructureerde voorlichting), Migraine (Enkelvoudig poliklinisch consult), Osteoporose (Dexametrie en BMD meting) en Psoriasis (Intensieve therapie). Het College van Zorgverzekeringen heeft de Zichtbare Zorg Ziekenhuizen indicatoren voor verslagjaar 2012 in een Excel bestand aangeleverd. Voor één ziekenhuis – Zuwe Hofpoort

2

10/93

uit Woerden- zijn de gegevens verzameld via de jaarverslagenzorg5 website omdat dit ziekenhuis de gegevens niet geaccordeerd had en geheel ontbrak in de openbare dataset.

3.1.2

Schoni ngsu it vr aag

Vanuit de gedachte dat er bij de administratie en registratie van indicatoren fouten kunnen plaatsvinden, zijn de ziekenhuizen in de gelegenheid gesteld mogelijk foutief ingevulde waarden te corrigeren. Hiertoe is naar de ziekenhuizen een document opgestuurd met daarin de voor het desbetreffende ziekenhuis relevante indicatoren waarvoor de ingevulde waarden mogelijk afwijkend zijn. Deze zijn als volgt berekend:

1.

Ja/nee vragen waarbij >90% van de ziekenhuizen ‘nee’ antwoord en het desbetreffende ziekenhuis ‘ja’.

2.

Ja/nee vragen waarbij >90% van de ziekenhuizen ‘ja’ antwoord en het desbetreffende ziekenhuis ‘nee’.

3.

Waarden die 3* de standaardafwijking boven het gemiddelde liggen (waar nodig gecorrigeerd voor de grootte van het ziekenhuis).

In totaal hebben 70 ziekenhuizen gereageerd, waarvan 56 ziekenhuizen ook daadwerkelijk wijzigingen hebben toegezonden. In totaal zijn 499 wijzigingen verwerkt, waarvan 204 relevant voor Elsevier beste ziekenhuizen 2013. In Appendix B zijn de gewijzigde waarden opgenomen.

5

https://digimv.desan.nl/Pages/nl-NL/Default/Show-documents?kvkNumber=41172241

2

11/93

3.1.3

Ee rs te s e le ctie van de i ndi cator en

In totaal zijn er 1516 indicatoren, die bestaan uit meerdere 3419 subvragen. 542 van de 1516 indicatoren zijn in 2013 geselecteerd. Dit betekent dat 36% geselecteerd is. In 2012 en 2011 waren respectievelijk 48% en 38% van de indicatoren geselecteerd. Voor de selectie worden dezelfde regels gebruikt als vorig jaar. De 542 indicatoren geven een indicatie van de kwaliteit van het gehele ziekenhuis. Deze zijn afkomstig van 50 van de 60 beschikbare indicatorsets. De geselecteerde indicatoren komen uit de volgende indicatorsets: •

12 indicatorsets voor ziekenhuisbrede aspecten. Dit zijn sets die een ziekenhuisbreed aspect van de zorg meten zoals het percentage doorligwonden, het percentage ondervoede patiënten, en de behandeling van pijn na een operatie. Deze sets zijn alleen afkomstig van de IGZ. In totaal zijn 72 van de 233 indicatoren uit deze sets meegenomen.

3 indicatorsets voor acute zorg. Vrijwel ieder ziekenhuis biedt deze acute zorg en patiënten hebben nauwelijks keuze voor acute zorg. In totaal zijn 50 van de 195 indicatoren uit de indicatorsets infectieziekten, hart en vaten en operatief proces meegenomen in het onderzoek. o

Bij Hart en vaten (onderdeel risicovolle interventies) is het aantal operaties dit jaar wederom meegenomen. Voor deze indicator is een minimum norm uitgebracht door de Nederlandse Vereniging van Heelkunde6. De indicator wordt omgevormd tot een indicator die aangeeft of het ziekenhuis meer of minder operaties uitvoert dan de gehanteerde norm. De gestelde norm voor risicovolle interventies (AAA=Aneurysma van de Aorta Abdominalis) is vastgesteld op 20 operaties op jaarbasis per ziekenhuis.

o

Een deel van de indicatoren uit de set Operatief proces van de IGZ zijn indicatoren voor acute zorg. Hierbij gaat het om indicatoren omtrent de behandeling van een heupfractuur, pijn na een operatie en juist uitgevoerde stopmomenten.

6

http://www.heelkunde.nl/home/nieuws/nieuws/nieuws/chirurgische-normen-2_0, op 13 september 2011.

2

12/93

o

Een deel van de indicatoren van de set Infectieziekten van de IGZ zijn indicatoren voor acute zorg Hierbij gaat het om indicatoren met betrekking tot de behandeling van Pneunomie.

o

Een deel van de indicatoren binnen deze 3 sets wordt meegenomen als zijnde indicatoren voor electieve zorg. Deze indicatoren vallen namelijk niet onder acute zorg

35 indicatorsets voor electieve zorg. Hieruit is een selectie van 420 indicatoren gemaakt. Er zijn totaal 1088 indicatoren voor aandoeningspecifieke electieve zorg. Deze selectie hangt af van de beschikbaarheid van indicatoren en van de categorie activiteiten waarover ze informatie geven. In de volgende paragraaf wordt nader ingegaan op die selectie.

Figuur 3 - Beschikbare en geselecteerde indicatoren per soort indicatorset [aantallen]

Totaal

1516

Acuut

195

Ziekenhuisbreed Electief

233 1088

Geselecteerd

542

Acuut

50

Ziekenhuisbreed

Electief

2

72

420

13/93

Tabel 1 Gebruikte indicatorsets ingedeeld naar soort

Selectie van indicatoren

Soort

Indicatorset

Bron

Volledig

Gedeeltelijk

indicatorset Acuut

Electief

Helemaal niet

Hart en vaten

IGZ

X

Infectieziekten

IGZ

X

Operatief proces

IGZ

X

Oncologie

IGZ

X

Verloskunde

IGZ

X

Baarmoederhalsafwijking

ZiZo

X

Bariatrische Chirurgie

ZiZo

X

Benigne Prostaat Hyperplasie

ZiZo

X

Beroerte

ZiZo

X

Blaascarcinoom

ZiZo

X

Carpaletunnelsyndroom

ZiZo

X

Cataract

ZiZo

X

Chirurgische behandeling

ZiZo

X

Chronische belemmerin

ZiZo

X

Coeliakie

ZiZo

x

Colorectaal Carcinoom

ZiZo

X

Constitutioneel Eczeem

ZiZo

X

Cystic Fibrosis

ZiZo

X

Dementie

ZiZo

X

Diabetes

ZiZo

X

Dialyse bij nierziekten

ZiZo

Galblaasverwijdering

ZiZo

X

Heupvervanging

ZiZo

X

X

HIV/aids

ZiZo

X

IBD

ZiZo

X

In opzet curatieve behandeling

ZiZo

X

prostaatcarcinoom Knievervanging

ZiZo

X

Liesbreukoperaties

ZiZo

X

Longcarcinoom

ZiZo

X

Maagcarcinoom

ZiZo

X

Maculadegeneratie

ZiZo

X

ZiZo

X

Maligne

Lymfoom:

Diffuus

grootcellig B-cel lymfoom

2

Mammacarcinoom

ZiZo

X

Melanoom van de huid

ZiZo

X

14/93

Selectie van indicatoren

Soort

Indicatorset

Bron

Volledig

Gedeeltelijk

indicatorset

Helemaal niet

Meniscus en voorste kruisband

ZiZo

X

Migraine

ZiZo

X

Nierstenen Obstructief

slaapapneusyndroom

(OSAS) bij volwassenen Operatieve ingrepen

bij

ZiZo

X

ZiZo

X

ZiZo

X

stressincontinentie bij de vrouw Osteoporose

ZiZo

X

Parkinson

ZiZo

X

Psoriasis

ZiZo

X

Reumatoïde Artritis

ZiZo

X

Ruggenmergstimulatie bij Failed

ZiZo

X

Back Surgery Syndrome (FBSS)

Ziekenhuisbreed

2

Varices

ZiZo

X

Ziekten van Adenoïd en Tonsillen

ZiZo

X

Zwangerschap en bevalling

ZiZo

Verwisseling van/bij patiënten

IGZ

X

X

Ziekenhuissterfte

IGZ

X

Algemeen kwaliteitsbeleid

IGZ

X

High Risk Medicatie

IGZ

X

Intensive care

IGZ

X

Kwetsbare groepen

IGZ

X

Sepsis

IGZ

X

Surveillance postoperatief

IGZ

X

Vermijdbare sterfte e

IGZ

X

Verpleegkundige zorg

IGZ

X

Vitaal bedreigde patiënten

IGZ

X

Voorkomen nierinsufficiëntie

IGZ

X

Medicatieverificatie

IGZ

X

15/93

3.1.4

Ty pes m edis ch i nhou de lij ke in di cato re n

De selectie uit de sets met electieve indicatoren is gebaseerd op een onderverdeling van indicatoren in types en categorieën. Indicatoren kunnen worden ingedeeld in drie types7: •

Structuurindicatoren beschrijven of de zorgaanbieder bepaalde voorzieningen heeft getroffen in de organisatie, bijvoorbeeld of folders over een bepaalde ziekte aanwezig zijn.

Procesindicatoren volgen een serie gebeurtenissen tijdens een onderzoek en/of behandeling van een patiënt, bijvoorbeeld hoeveel patiënten binnen een bepaalde tijd de juiste medicijnen krijgen toegediend.

Uitkomstindicatoren meten uitkomsten van de zorg zoals bijvoorbeeld het percentage doorligwonden.

De 542 beschikbare indicatoren bestaan voor 87% uit structuur-, 11% uit proces- en 2% uit uitkomstindicatoren

(Figuur

4).

Verreweg

de

meeste

indicatoren

zijn

dus

structuurindicatoren. Deze verdeling komt overeen met gegevens uit verslagjaar 2011. Evenals in 2011 en 2010 zijn voor het merendeel structuurindicatoren geselecteerd en slechts een beperkt aantal uitkomstindicatoren. Er zijn weinig uitkomstindicatoren beschikbaar die iets zeggen over de ziekenhuisbrede kwaliteit. Het merendeel van de aandoening specifieke uitkomstindicatoren richt zich op uitkomsten op maatschapniveau. Figuur 4 - Verdeling van beschikb beschikbare [aandeel]] are en geselecteerde indicatoren over type [aandeel

7%

11%

2%

26% Uitkomst 66%

Beschikbaar

87%

Proces Structuur

Geselecteerd

7

Donabedian, A. (1966). Evaluating the Quality of Medical Care. Milbank Memorial Fund Quarterly: Health and Society 44(3; pt. 2):166–203.

2

16/93

Binnen deze types hebben we een verfijning aangebracht in categorieën (Tabel 2).

Iedere categorie van indicatoren zoomt in op een bepaald onderdeel van de ziekenhuisorganisatie. We hebben alle indicatoren in categorieën ingedeeld (Figuur 5). Bij de berekening van de samengestelde zorginhoudelijke indicatoren gebruiken we een weging per categorie. Deze categorieën worden eerst gebruikt voor de selectie van indicatoren uit indicatorsets voor electieve aandoeningen. In de volgende paragraaf bespreken we hoe we tot de selectie van de indicatoren zijn gekomen.

Tabel 2- Gehanteerde indeling in categorieën van indicatoren

Type/Categorie Type/

Indicatoren geven inzicht in…

Structuur Administratie

• of een ziekenhuis de administratieve processen op orde heeft.

Registratie

• deelname aan een (landelijk) registratiesysteem, bijvoorbeeld voor complicaties en/of infecties.

Behandeltraject

• hoe het ziekenhuis het behandeltraject van patiënten inricht, bijvoorbeeld met altijd een vaste arts, alle onderzoeken op één dag.

Communicatie

• hoe uitslagen van onderzoeken en diagnoses aan de patiënt bekend worden gemaakt

Behandelfaciliteiten

• welke faciliteiten er bij het ziekenhuis aanwezig zijn voor behandelingen of processen, zoals het IC niveau, ICT apparatuur

Informatievoorziening

• hoe de informatievoorziening naar de patiënt is geregeld, zoals informatie over een aandoening op de website of met folders.

Protocollen

• of met bepaalde protocollen voor een bepaalde aandoening gewerkt wordt en/of een procesbeschrijving aanwezig is.

Aantal artsen

• hoeveel artsen er werkzaam zijn bij het ziekenhuis op specifieke gebieden.

Proces Realisatie processen

• bij hoeveel patiënten bepaalde processen worden toegepast bijvoorbeeld aandeel van patiënten met trombolyse met behandeling binnen 1 uur.

Aantal behandelingen

• hoeveel specifieke behandelingen jaarlijks door de artsen van het ziekenhuis worden uitgevoerd.

Wachttijden

2

• de wachttijden voor bepaalde behandelingen bij het ziekenhuis.

17/93

Type/Categorie Type/

Indicatoren geven inzicht in…

Uitkomst • wat de medisch inhoudelijke uitkomsten van een bepaalde behandeling of van de verpleging in het ziekenhuis is, bijvoorbeeld het percentage doorligwonden of het percentage ondervoede patiënten.

Figuur 5– Beschikbare en afgevallen indicatoren per categorie [aantallen] 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0

Geselecteerd

3.1.5

Beschikbaar

Se le ctie van in di cat or e n op b asi s v an cat egor i e-i nde lin g

Hieronder volgt per categorie-indeling informatie over de beslissingen die genomen zijn: •

Van de structuurindicatoren valt 1 categorie indicatoren af. Binnen deze categorie,

aantal artsen, is geen enkele indicator geselecteerd omdat het te sterk gekoppeld is aan de schaal van een ziekenhuis. •

De volgende categorieën van structuurindicatoren worden wel meegenomen: o

Binnen de categorieën administratie en registratie is een deel van de indicatoren meegenomen,

om dubbeltelling met de acute en

ziekenhuisbrede indicatoren te voorkomen. Hierdoor zijn in totaal 70 indicatoren binnen deze categorieën geselecteerd. Binnen 15 sets zijn indicatoren voor administratie en registratie geselecteerd

2

18/93

o

Binnen de categorie behandeltraject zijn 197 van de 387 indicatoren geselecteerd. Hierbij zijn bijvoorbeeld indicatoren die vragen naar de specialismen die bij een specifieke behandeling betrokken zijn niet geselecteerd. Binnen 30 sets zijn indicatoren voor behandeltraject geselecteerd.

o

Binnen de categorie faciliteiten zijn 36 van de 156 indicatoren geselecteerd. De score op indicatoren binnen de categorie faciliteiten hebben veelal betrekking op de omvang van een ziekenhuis. Om een vertekend beeld te voorkomen worden deze indicatoren niet meegenomen. Binnen 20 sets zijn indicatoren geselecteerd.

o

Binnen de categorie informatievoorziening worden 62 van de 84 indicatoren meegenomen.

De geselecteerde indicatoren hebben

betrekking op welke informatie aan de patiënt wordt gegeven en op welke manier informatie toegankelijk is. De indicatoren die niet geselecteerd zijn indicatoren die veelal subjectief beoordeeld moeten worden. Indicatoren binnen de categorie informatievoorziening zijn in 23 indicatorsets beschikbaar. o

Binnen de categorie protocollen worden 91 van de 178 indicatoren meegenomen. Indicatoren die vragen naar de beschikbaarheid van een multidisciplinair overleg zijn geselecteerd. Voor 27 indicatorsets zijn indicatoren over protocollen beschikbaar.

Bij de procesindicatoren zijn indicatoren beschikbaar voor zowel de categorie ‘processen’ als de categorie ‘aantal behandelingen’. In totaal zijn 61 indicatoren binnen

22

indicatorensets

meegenomen

binnen

deze

2

categorieën.

Wachttijdgegevens worden gebaseerd op andere data. o

Voor de indicatoren met betrekking tot het aantal behandelingen is nagegaan of een ziekenhuis voldoende behandeling uitvoert. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van minimale volumenormen per behandeling, die zijn vastgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH), de Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVvU), de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVvC) of de IGZ.

o

Het aantal behandelingen wordt verzameld voor 35 aandoeningen. Deze indicatoren zijn heel specifiek voor een behandeling. Idealiter geven we hier punten als het aantal behandelingen boven een minimumnorm uitkomt. Voor 12 indicatoren zijn dergelijke veldnormen opgesteld. Voor deze indicatoren bepalen we of een ziekenhuis voldoende behandelingen uitvoert. In tabel 3 is een overzicht gegeven van de indicatoren waarvoor een norm beschikbaar is en meegenomen zijn in het Elsevier onderzoek.

2

19/93

Tabel 3 . Overzicht van de beschikbare indicatoren met aantallen behandelingen met bijbehorende volumenormen

Verrichting

Volumenorm

Bron

1.

Verwijderen van de alvleesklier

20

NVvH/ IGZ

2.

Verwijderen van de darm (darmkanker)

50

NVvH

3.

Verwijderen van de blaas (blaascarcinoom)

10

NVU

4.

Aneurysma buikslagaderoperatie

20

IGZ

5.

Slokdarmkanker

20

NVvH

6.

Borstkanker

50

NVvH

7.

Longkanker

20

NVvH

8.

Maagkanker

108

NVvH

9.

Maagverkleining

100

NVvH

10.

Aantal PCI's uitgevoerd in het verslagjaar

600

NVvC

120

NVvC

• 11.

Of op de witte lijst van de NVvC

Totaal aantal pacemakers, met of zonder ICD functie • •

Aantal ICD‹s zonder biventriculaire pacemakerfunctie Biventriculaire pacemakers met ICD functie

Danwel opname op de witte lijst na visitatie

o

60 20

Indicatoren in de categorie processen bij aandoeningspecifieke aandoeningen die gericht zijn op de activiteiten van de specialisten voor een specifieke behandeling zijn niet geselecteerd. Bovendien is hier vaak een zorgzwaartecorrectie nodig. Die correctie wordt nog niet door ZiZo of de IGZ uitgevoerd. En er zijn onvoldoende gegevens om zelf te corrigeren voor zorgzwaarte. Een voorbeeld van een dergelijke indicator: ‘Het percentage patiënten met een niet-spierinvasieve tumor, waarbij na TUR een eenmalige spoeling met een cytostaticum binnen 24 uur werd gegeven’

8

Verslagjaar 2012 is de norm 10, verslagjaar 2013 20

2

20/93

o

In totaal zijn 50 van de 275 indicatoren binnen de categorie processen geselecteerd. Deze zijn beschikbaar binnen 16 van de 55 indicatorsets.

In totaal zijn 9 uitkomstindicatoren meegenomen. 99 van de 108 beschikbare uitkomstindicatoren zijn niet meegenomen. Dit heeft twee oorzaken: o

er kan geen zorgzwaartecorrectie toegepast worden, wat voor het gebruik van deze indicatoren noodzakelijk is

o

de indicatoren geven geen indicatie van de ziekenhuisbrede kwaliteit van zorg.

In Appendix C is een lijst terug te vinden met alle geselecteerde indicatoren met bijbehorende subvragen.

3.1.6

Dom ein en v ei lig he id, e ffe ctivi te it en di ens tv e rleni ng

Ziekenhuizen krijgen een score per domein. De drie domeinen die we hier gebruiken, definieert Zichtbare Zorg als volgt9: •

Veiligheid: het vermijden van veiligheidsrisico’s en fouten die schade kunnen toebrengen aan patiënten en medewerkers.

Effectiviteit: het leveren van nauwkeurige en juiste zorg gebaseerd op wetenschappelijke kennis.

Patiëntgerichtheid: het respecteren van de unieke noden, wensen en waarden van de patiënt. Dit domein wordt hier verder ‘dienstverlening’ genoemd.

ZiZo heeft een deel van de indicatoren al ingedeeld in een domein10. Wij hebben de overige indicatoren van ZiZo en de IGZ ook in deze domeinen ingedeeld11. De meeste geselecteerde indicatoren vallen onder dienstverlening aan de patiënt (42%). Daarna volgen effectiviteit en veiligheid met respectievelijk 25% en 33% van de geselecteerde zorginhoudelijke indicatoren (Figuur 6).

9 Zichtbare Zorg hanteert ook nog de domeinen doelmatigheid (vermijden van zorg die niet bijdraagt aan de vraagstelling van de patiënt en die niet redelijkerwijs kosteneffectief is) en gelijkheid (leveren van gelijke zorg aan alle patiëntengroepen ongeacht achtergrondkenmerken). Het blijkt echter dat geen enkele indicator ingedeeld wordt in deze twee domeinen. Daarom laten wij deze domeinen buiten beschouwing. Zie www.zichtbarezorg.nl . Daarnaast is er het domein ‘tijdigheid’ (het leveren van zorg op de juiste tijd, verhinderen van wachttijden voor patiënten en medewerkers). Indicatoren in dit domein zijn hier ingedeeld bij effectiviteit of dienstverlening. 10 Het is niet duidelijk waarom er een aparte categorie ‘klantpreferentievragen’ is. Deze vragen hebben vaak ook het domein effectiviteit (bijvoorbeeld vragen over het aantal patiënten per arts) 11 Een klein deel van de geselecteerde indicatoren is niet eenduidig aan één domein toe te delen. Wij hebben dan een ‘hoofddomein’ gekozen, dat hier wordt gebruikt.

2

21/93

Figuur 6- Verdeling van beschikbare en geselecteerde indicatoren over domein [aandeel]

33%

41%

26% Beschikbaar

3.1.7

33% 25%

42%

Veiligheid Effectiviteit Dienstverlening

Geselecteerd

Bron ne n van g ese lect ee rde in di cator en

74% van de geselecteerde indicatoren is afkomstig uit de Zichtbare Zorg sets en 26% van de geselecteerde indicatoren komt uit de IGZ basis en veiligheidsset.

3.2

Berekenen van samengestelde zo rginhoud elijke indicatore n

Totaal score gebaseerd op domein scores Op basis van de geselecteerde indicatoren krijgen ziekenhuizen tussen de één en vier bolletjes om de door de indicatoren gemeten kwaliteit in vergelijking met andere ziekenhuizen per domein (effectiviteit, veiligheid en dienstverlening) aan te duiden. Berekenen domeinscore domeinscore Het aantal bolletjes per domein voor een ziekenhuis hangt af van de samengestelde score, het betrouwbaarheidsinterval voor toevalindicatoren en van het gemiddelde en de standaarddeviatie van de samengestelde scores van alle ziekenhuizen12. Berekening Berekening samengestelde samengestelde sc s core Om de samengestelde score per domein te berekenen, herschalen we de indicatorwaardes naar een uniforme schaal en verwijderen we onwaarschijnlijke indicatorwaardes. De

12 Deze methode is vergelijkbaar met die van het Centrum voor Klantervaring Zorg (Handboek CQI metingen: richtlijnen en voorschriften voor metingen met een CQI meetinstrument Deel 3: Rapportage, Versie 2.0 november 2008 en de Agency for Health care Research and Quality in de VS.

2

22/93

herschaalde indicatorwaardes worden vervolgens gewogen bij elkaar opgeteld tot de samengestelde indicatorwaarde per ziekenhuis. In onderstaande paragrafen leggen we uit hoe we komen tot een uniforme schaal per indicatoren en hoe de betrouwbaarheidsintervallen rondom indicatoren die gevoelig zijn voor toeval worden bepaald.

3.2.1

Geb rui k v an u ni for m e schaal

Voor ieder ziekenhuis j, worden de waardes voor indicator i omgeschaald naar een uniforme schaal zodat ze later bij elkaar opgeteld kunnen worden13. We gebruiken hiervoor de z-score:

Vergelijking 1

z - score ,

Hierin is

=

̂

,

̂ , de gemeten waarde van de indicator i voor ziekenhuis j. De gemiddeldes en

standaarddeviaties voor de indicator i worden bepaald voor alle ziekenhuizen.

Alle indicatoren hebben hiermee een gemiddelde waarde van 0 en een standaarddeviatie van 1 (zie verder voor betrouwbaarheidsinterval). Alle structuurindicatoren zijn geherdefinieerd voordat ze werden omgeschaald. Bovendien zijn de gegevens aangepast voor onwaarschijnlijke waardes en voor niet aangeleverde waardes voordat de z-score is berekend. Indicatoren waarbij

een lagere score

beter is (denk aan percentage

doorligpunten) zijn geschaald zodat hoger beter is voordat deze indicatoren meegenomen zijn bij de berekening.

3 .2 .1 . 1

H e rd ef i ni t i e v a n i ndi c at o re n

De geselecteerde indicatoren hebben verschillende meetniveaus:

13 Zie Jacobs et al 2004, Nardo 2005 en Freudenberg, M. (2003), “Composite Indicators of Country Performance: A Critical Assessment”, OECD Science, Technology and Industry Working Papers, 2003/16, OECD Publishing.

2

23/93

Nominaal meetniveau – indicatoren met ja/nee vragen of vragen waarvoor twee of meer antwoorden mogelijk zijn. Voorbeelden zijn ‘neemt het ziekenhuis deel aan complicatieregistratie ’(ja/nee), en zo ja, welk soort (eigen/lokaal/landelijk)’.

Ratio meetniveau – indicatoren die in berekeningen kunnen worden gebruikt waaronder: o

Percentage: teller/noemer vragen zoals het percentage patiënten dat decubitus heeft.

o

Tijd: vragen over het aantal weken of dagen wachttijd voor een bepaalde behandeling.

o

Waarde: vragen uitgedrukt in een getal zoals de gemiddelde opnameduur.

Nominale indicatoren Indicatoren met meetniveau nominaal worden samengevoegd tot een indicator met meetniveau ratio. •

Indien meerdere ja/nee antwoorden mogelijk zijn (‘klasses’), zijn punten toegekend. Nul voor de minst waardevolle optie een half punt voor de volgende optie en één punt voor de meest waardevolle optie. Bijvoorbeeld bij aanwezigheid van bepaalde disciplines: 0 voor niet aanwezig, 0,5 voor op indicatie aanwezig en, 1 voor aanwezig. Zie appendix C voor de puntentoekenning die bij dergelijke vragen afhangt van de specifieke vraag.

Sommige indicatoren geven informatie over welke zorgaanbieders betrokken zijn. Daar worden punten aan toegekend (zoals hierboven bij ‘klasses’). Er kunnen meerdere antwoorden zijn waarbij het verschil in waarde voor de patiënt niet duidelijk is (bijvoorbeeld of het eerste aanspreekpunt een medisch specialist of een specialistisch verpleegkundige is). Die krijgen dan allemaal één punt voor ‘ja’ toegekend. De score op een dergelijke indicator is dan het maximaal aantal toegekende punten. Zodoende wordt niet dubbel geteld.

Bij een aantal indicatoren is er van uitgegaan dat meer ook beter is. Het aantal malen ‘ja’ wordt dan geteld en gedeeld door het aantal nominale vragen in indicator (groep met samenhangende vragen). Een voorbeeld van een dergelijke indicator is het vertrekken van informatie via de website, brochures en op papier. Een ziekenhuis kan daarop 0%, 33%, 66% of 100% scoren. Ook deelname aan een MDO wordt gemeten me dergelijke indicatoren. Zodoende wordt een MDO met meerdere deelnemers beloond. Deze berekening wordt per groep van vragen uitgevoerd

De verwerking van meetniveau nominaal is verbeterd ten opzichte van 2012. Voorheen werden alle antwoorden op klasse en ja/nee vragen per domein en categorie bij elkaar

2

24/93

opgeteld. De score op behandelingen waarvoor relatief veel vragen per indicator worden gesteld, maar die niet ieder ziekenhuis uitvoert, kon het resultaat verstoren. Door de score nu eerst per indicator (groep van vragen) om te zetten in een ratio variabele, wordt dit bezwaar weggenomen. Ratio Indicatoren met meetniveau ratio kunnen direct worden uitgedrukt in een z-score.

3 .2 .1 . 2

A a np a s s e n v a n on w a a r s c h i j nli j k e w aa r de s

Onwaarschijnlijke waardes vallen buiten het verwachte bereik van de indicator. Deze waardes beïnvloeden de schaling naar een z-score omdat zij het gemiddelde naar boven of naar beneden trekken. Hoewel ziekenhuizen zowel bij de IGZ als bij ZiZo de kans krijgen om hun data te schonen op onwaarschijnlijke waardes zijn er nog steeds uitbijters in de dataset. Dit jaar hebben ziekenhuizen de kans gekregen aanpassingen aan SiRM te leveren. Zeventig ziekenhuizen hebben aanpassingen gemeld die allemaal zijn goedgekeurd door de Raad van Bestuur van het desbetreffende ziekenhuis. Zie Appendix B voor de aanpassingen. Als een ziekenhuis meer dan 3 keer de standaardafwijking van het gemiddelde afwijkt, krijgt die een waarde gelijk aan het gemiddelde plus 3 keer de standaard afwijking. Dit is voor 266 indicatorwaardes bij 74 ziekenhuizen gedaan. In 2012 (meetjaar 2011) zijn bij 32 ziekenhuizen correcties uitgevoerd voor onwaarschijnlijke waarden. We zien dus dat het aantal correcties is toegenomen ten opzichte van vorig jaar en nog meer ten opzichte van 2010. Toen zijn 23 waarden aangepast. In appendix F is weergegeven welke indicatoren dit betreft en welke waardes als onwaarschijnlijk zijn gedefinieerd. Door deze waardes aan te passen daalt de spreiding op de indicator. Het ziekenhuis met de ‘uitbijter’ krijgt steeds dezelfde z-score toebedeeld omdat het ziekenhuis nog steeds de minimum of maximum waarde binnen de set toebedeeld krijgt.

3 .2 .1 .3

Ni e t a a ng el ev e rd e i ndi c at o re n

Ziekenhuizen krijgen, bij indicatoren met het meetniveau ratio, voor niet aangeleverde indicatoren de ‘slechtste’ waarde uit de dataset. Zodoende zit er een ‘straf’ op het niet aanleveren van indicatorwaardes. Hiervoor wordt voor elke indicator het minimum (bij

2

25/93

indicatoren waar een hogere score beter is) en het maximum (bij indicatoren waar een lagere score beter is) berekend. Indicatoren die niet van toepassing zijn voor ziekenhuizen worden niet meegenomen in de analyse. Het percentage indicatoren dat niet van toepassing is varieert tussen de 24% en 56% per ziekenhuis. De score voor ziekenhuizen wordt dan bepaald over de indicatoren die wel van toepassing zijn. Ziekenhuizen worden dus niet gestraft voor het niet aanleveren van indicatoren die niet voor hen van toepassing zijn. De z-waarde voor een indicator wordt pas na deze aanpassingen berekend voor alle ziekenhuizen.

3.2.2

Same ng est e lde i ndicat orw aar de

Voor ieder ziekenhuis wordt de samengestelde indicatorwaarde getrapt berekend. Eerst worden alle indicatoren uitgedrukt op een uniforme schaal. Voor variabelen met een nominaal meetniveau, wordt een indicatorwaarde per indicatorset, per categorie, per domein bepaald. Vervolgens is de overkoepelende samengestelde indicatorwaarde gelijk aan het gewogen gemiddelde van de indicatorwaardes per domein. De gewichten zijn samen met Elsevier vastgesteld. Ontbrekende waardes verlagen de mogelijke samengestelde indicatorwaarde van een ziekenhuis. Indicatoren die niet van toepassing zijn worden niet meegenomen in de berekening, ziekenhuizen krijgen hier dus geen strafpunten voor. Dus de samengestelde indicatorwaarde voor ziekenhuis j is: Vergelijking 2

samengestelde indicatorwaarde indicatorwaarde per ziekenhuis

=

∑ ∑

Waarbij wm de gewichten voor categorie m zijn en

de samengestelde indicatorwaardes

per categorie (m) voor ziekenhuis j:

2

26/93

Vergelijking 3

samengestelde indicatorwaarde per categorie

=

Hierin

,

∈ !"#$%& #

,

('

die z-score voor indicator i van het ziekenhuis j (

Vergelijking 1). Er wordt gesommeerd over alle indicatoren in de categorie m en ' is het

aantal indicatoren in de categorie m.

3.2.3

Ge wi ch te n p er cat ego ri e in di cato re n

De gewichten zijn samen met Elsevier vastgesteld (Tabel 4). Er is gekozen voor een aanpak in twee stappen. In eerste instantie hechten we een belang aan het type indicator. Hieruit volgt een ‘ideaal’ gewicht als alle categorieën waarvoor binnen een domein indicatoren worden gebruikt, met voldoende indicatoren gevuld zijn. Helaas is dat nog niet altijd het geval. Dus is een tweede, subjectieve, stap nodig om het gewicht van een categorie bij te stellen.

Stap 1 De kwaliteit kan gemeten worden met structuur-, proces- en uitkomstvariabelen. De verhouding tussen de scores structuur: proces: uitkomst indicatoren is vastgesteld op 1 : 1,5 : 2. Alle categorieën indicatoren binnen één type wegen even zwaar.

Stap 2 Uit de eerste stap volgen de ‘ideale’ gewichten per domein (w’ in de tabel hieronder). Als er voldoende indicatoren per categorie per domein waren, zouden we die gewichten kunnen gebruiken. Nu zijn aanpassingen nodig (w in de tabel): •

Voor het domein effectiviteit zijn heeft de categorie behandeltraject meer gewicht gekregen, omdat deze categorie in verhouding meer indicatoren bevat dan protocollen en faciliteiten.

Voor het domein veiligheid hebben we het gewicht van de structuurindicatoren binnen de categorie protocollen een zwaarder gewicht dan de overige categorie. Deze gewichten zijn aangepast omdat het aantal indicatoren binnen de overige categorie relatief laag is.

2

27/93

Voor het domein dienstverlening hebben zowel de categorie faciliteiten en communicatie een lager gewicht gekregen aangezien het aantal indicatoren binnen deze twee categorieën relatief laag is.

Tabel 4 Gewichten Gewichten per categorie, per domein (w’ berekend berekend gewicht, w gekozen gewicht)

Effectiviteit Type/Categorie Structuur

Belang

#

1

99

w’

Veiligheid w

w’

Dienstverlening w

146

w’

w

227

(47 (47 2) Administratie

-

-

18

0,25

0,15

-

-

Registratie

-

-

52

0,25

0,25

-

-

Inf. voorziening

-

-

-

-

62

0,25

0,25

-

-

135

0,25

0,50

-

-

Behandeltraject

62

0,33

0,60

Protocollen

21

0,33

0.20

70

0,25

0,50

Faciliteiten

16

0,33

0.20

6

0,25

0,10

14

0,25

0,125

Communicatie

-

-

-

-

16

0,25

0,125

Aantal artsen

-

-

-

-

-

-

Proces (61) (61)

1,5

Processen

23 23

38 1,50

1,50

27

0,75

0,75

-

-

Aantal behand.

-

-

11

0,75

0,75

-

-

Wachttijden

-

-

-

-

-

-

2,00

2,00

-

-

-

Uitkomst (9) (9) Uitkomsten

3.2.4 3 .2 .4 . 1

2

9 -

Be trou wb aarh ei dsi nt er val T o ek e n ne n b o ll e n o p b a s i s v a n ee n b et r ouw b a a r h ei d s i n t e rv a l

Het betrouwbaarheidsinterval van de samengestelde indicatorwaarde voor een ziekenhuis hangt af van de betrouwbaarheidsintervallen van de onderliggende indicatorwaarden van dat

ziekenhuis. De betrouwbaarheidsintervallen worden alleen berekend voor

uitkomstindicatoren. Deze indicatoren kunnen van toeval afhankelijk zijn. Als een ziekenhuis bijvoorbeeld het aantal doorligwonden meet, kan het zijn dat er net iemand is opgenomen met doorligwonden. De score is dan hoger. De invloed van deze onzekerheid is

2

28/93

kleiner naarmate er gemeten wordt bij meer patiënten of gedurende een langere periode. Dit betekent dat er alleen een betrouwbaarheidsinterval bepaald wordt bij het domein effectiviteit. Binnen de twee andere domeinen zijn geen uitkomstindicatoren opgenomen. Het aantal bolletjes voor het domein effectiviteit, dat ontvankelijk is voor toeval, wordt gebaseerd op de berekende betrouwbaarheidsintervallen rondom de samengestelde score (Figuur 7, Tabel 5). Tabel 5 Indeling bollen voor samengestelde score inclusief betrouwbaarheidsinterval

Bolletjes 4

Indeling De ondergrens van het betrouwbaarheidsinterval van de score van het ziekenhuis

ligt

boven

het

landelijk

gemiddelde

plus

de

standaarddeviatie. 3 1/2

De ondergrens van het betrouwbaarheidsinterval van de score van het ziekenhuis

ligt

onder

het

landelijk

gemiddelde

plus

de

standaarddeviatie. De score van het ziekenhuis ligt daarboven. 3

De score van het ziekenhuis valt boven het landelijk gemiddelde. De bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval van de score van het ziekenhuis

valt

onder

het

landelijk

gemiddelde

plus

de

standaarddeviatie. 2 1/2

De score van het ziekenhuis valt boven het landelijk gemiddelde. De ondergrens van het betrouwbaarheidsinterval van de score van het ziekenhuis valt daaronder.

2

De score van het ziekenhuis valt onder het landelijk gemiddelde. De bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval van de score van het ziekenhuis valt daarboven.

1 1/2

De score van het ziekenhuis valt boven het landelijk gemiddelde minus de

standaarddeviatie.

De

bovengrens

van

het

betrouwbaarheidsinterval van de score van het ziekenhuis valt onder het landelijk gemiddelde. 1

De bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval van de score van het ziekenhuis

ligt

boven

het

landelijk

gemiddelde

minus

de

standaarddeviatie. De score ligt daaronder. 1/2

De bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval van de score van het ziekenhuis

ligt

onder

het

landelijk

gemiddelde

minus

de

standaarddeviatie. De laatste twee scores van 1/2 en 1 bolletje worden samengevoegd en krijgen beide 1 bolletje.

2

29/93

Figuur 7– Methode om bolletjes aan scores en betrouwbaarheidsinterval toe te kennen van toevalsindicatoren.. toevalsindicatoren

3 .2 .4 . 2

M on t e C a r l o s i m u l at i e

Met een Monte Carlo simulatie berekenen we de verwachte verdeling van de samengestelde indicatorwaarde per ziekenhuis. Met die verdeling is dan het betrouwbaarheidsinterval van de samengestelde indicatorwaarde te berekenen.

In de Monte Carlo simulatie berekent de computer voor ieder ziekenhuis herhaaldelijk een samengestelde indicatorwaarde met de Vergelijking 1, Vergelijking 2 en de gewichten uit (Tabel 4) (

* ,)

voor ziekenhuis j en berekeningsronde k). Daarbij

gebruikt de computer de volgende onderliggende indicatorwaardes: •

Voor de indicatoren zonder betrouwbaarheidsinterval zijn de waardes gelijk aan de geobserveerde indicatorwaardes ̂ , .

Voor indicatoren met een betrouwbaarheidsinterval trekt de computer voor ziekenhuis j en indicator i in berekeningsronde k een waarde verwachte verdeling van de waardes van

* ,

* , ,)

uit de

. Die verdeling hangt af van de

geobserveerde waarde voor indicator i en ziekenhuis j ( ̂ , ) en van het aantal patiënten (

2

,

) waarbij een ziekenhuis j indicator i heeft gemeten.

30/93

Dit wordt 10000 maal herhaald. Uit de 10000 berekende waardes van de samengestelde indicatorwaardes

* ,)

Voor

indicatoren

worden de verwachte 95%-betrouwbaarheidsintervallen voor de

samengestelde indicatorwaarde voor ziekenhuis j ( ) berekend. dit

soort

worden

betrouwbaarheidsinterval (respectievelijk Vergelijking 4

-

de

boven-

en

.)

en

ondergrenzen

van

het

14

als volgt berekend :

Betrouwbaarheidsinterval per indicatorwaarde

=

̂+

1 ∝⁄ 1

2

±

∝⁄ 1

5 ̂ (1 − ̂ ) +

1+

1 ∝⁄ 1

1 ∝⁄ 1 4 1

In deze formule is ̂ de gemeten indicatorwaarde van een ziekenhuis voor

patiënten. De

indicatorwaarde ligt tussen 0 en 1. Bijvoorbeeld een waarde van 0,03 voor doorligwonden omdat er 6 mensen in een groep van 200 doorligwonden hadden. De parameter

∝⁄ 1

is de

z-waarde van een normale verdeling waaronder een aandeel van ∝⁄2 van de geobserveerde

indicatorwaardes wordt verwacht als de gemiddelde indicatorwaarde 0 is en de standaarddeviatie 1.

Monte Carlo simulatie De verzameling waardes

* ,) wordt

gerealiseerd met een Monte Carlo simulatie met het

volgende algoritme per ronde k: •

De computer genereert een random getal tussen 0 en 1.

Dit getal stellen we gelijk aan de parameter ∝ in

Vergelijking 3.

Voor iedere indicator i met betrouwbaarheidsinterval worden voor ieder ziekenhuis twee waardes van 15

uit formule 3 .

* , ,)

berekend; de onder- en bovengrens (

-

en

.)

14 Agresti en Coull, “Approximate is better than ‘exact’ for interval estimation of binomial proportions”, The American Statistician, Vol. 52, No. 2 (mei 1998), pp 119-126. Deze methode wordt ook door ZiZo gebruikt bij het vaststellen van de vlaggen voor betrouwbaarheid.

2

31/93

De twee waardes van de samengestelde indicator voor ziekenhuis j uit berekeningsronde k (

* ,) )

worden berekend met Vergelijking 1, Vergelijking 2 en

de vastgestelde gewichten en in het geheugen opgeslagen. Na 10000 rondes wordt uit de verzamelde samengestelde indicatorwaardes ziekenhuis j het verwachte 95% betrouwbaarheidsinterval van

* ,)

voor ieder

berekend.

Het algoritme reproduceert inderdaad de volgens Vergelijking 3 verwachte verdeling voor indicator

voor het hele bereik van

geobserveerde waarden en aantallen patiënten waarbij gemeten is bij 10000 herhalingen. Het aantal rondes van de Monte Carlo simulatie voor de verdeling van de samengestelde indicator is gekozen op 1000. Met dit aantal herhalingen vinden we een verwachte verdeling voor een aantal testziekenhuizen. Het betrouwbaarheidsinterval blijkt alleen relevant voor indicatoren binnen het domein effectiviteit. Alleen in dat domein hebben uitkomstindicatoren waarbij toeval een rol speelt, voldoende gewicht. Zelfs dan is het betrouwbaarheidsinterval nog relatief klein (Figuur 8). Als er in de toekomst meer uitkomstindicatoren bij komen, zal het betrouwbaarheidsinterval een grotere rol spelen.

15

Bij voldoende waarnemingen kunnen beide waarden worden gebruikt. Een alternatief is per ronde j een ad random keuze voor of − . Voor beide alternatieven is een goede verzameling random getallen nodig.

2

32/93

Figuur 8 – Samengestelde sscores cores in het domein effectiviteit met betrouwbaarheidsinterval 3 2 1 0 -1 -2 -3 -4

3 .2 .4 .3

T o ek e n ne n b o ll e n o p b a s i s v a n s am e ng es t el de s c o re

Bij structuur en procesindicatoren speelt toeval geen rol. Structuur indicatoren zijn veelal indicatoren met een nominaal meetniveau (ja/nee vragen). Deze vragen, zoals of een bepaalde faciliteit al dan niet aanwezig is, zijn niet ontvankelijk voor toeval. Ook voor proces

indicatoren

(vaak

indicatoren

met

meetniveau

ratio)

wordt

geen

betrouwbaarheidsinterval meegenomen. Of iemand bijvoorbeeld wel of niet volgens een bepaald protocol is behandeld zou niet van toeval af moeten hangen. Bij de domeinen veiligheid en dienstverlening is de samengestelde score, in tegelstelling tot het domein effectiviteit, niet ontvankelijk voor toeval. Rondom de samengestelde score van dit domein wordt dus geen betrouwbaarheidsinterval bepaald. Het aantal bolletjes voor de domeinen dienstverlening en veiligheid worden toebedeeld op basis van percentielscores (Tabel 6). Tabel 6 Indeling bollen voor samengestelde score op basis van percentielscores

Bolletjes

Indeling

4

De 15% ziekenhuizen met de hoogste score.

3

De ziekenhuizen met score tussen het 50e en 15e percentiel

2

De ziekenhuizen met score tussen het 85e en 50e percentiel

1

De 15% ziekenhuizen met de laagste score.

2

33/93

4

Wachtlijstgegevens

4.1

Selectie van wacht li jstgegevens

Ziekenhuizen zijn verplicht om maandelijks wachttijden te publiceren voor een toegang tot de polikliniek voor 23 specialismen, voor 26 behandelingen en voor 3 soorten diagnostiek. In opdracht van het Ministerie van VWS worden deze gegevens maandelijks verzameld door Mediquest en geplaatst op kiesbeter.nl16. In het onderzoek zijn, evenals in 2012, alleen de wachttijden voor specialismen, behandelingen en diagnostiek meegenomen die bij alle ziekenhuizen worden geleverd. Zodoende ontstaat geen vertekend beeld vanwege zeer specialistische zorg zoals thoraxchirurgie of voor minder algemene zorg zoals neurochirurgie en geriatrie. De wachttijden voor de volgende aandoeningen en specialismen zijn meegenomen: •

Specialismen: Cardiologie, Dermatologie, Gynaecologie/ Verloskunde, Heelkunde, Interne Geneeskunde, Kindergeneeskunde, KNO, Longgeneeskunde, Neurologie, Oogheelkunde, Orthopedie en Urologie.

Diagnostiek: CT scan, MRI scan en Gastroscopie

Behandelingen/ aandoening: baarmoeder verwijderen, Galblaasverwijdering, Heupprothese, Keel- en neusamandelen, Kijkoperatie knie, Knieprothese, Liesbreuk,

Neustussenschot correctie, Prostaatkanker, Spataderen (med.

indicatie) – Heelkunde, Staar, Sterilisatie man – Urologie, Sterilisatie vrouw – Gynaecologie en Trommelvliesbuisje Zie voor een volledig overzicht van de beschikbare informatie figuur 9 en 10.

16 NZa, CI/NR-100.084 ‘regeling verplichte (http://www.nza.nl/binaries/7113/12291/100.084.pdf)

2

publicatie

wachttijden

somatische

zorg’.

34/93

Figuur 9– Ziekenhuizen die wachttijdgegevens voor polikliniek aanleveren, per specialisme [aantal]

Gynaecologie / Verloskunde

90

Heelkunde

90

Interne Geneeskunde

90

Neurologie

90

Dermatologie

89

Longgeneeskunde

89

Orthopedie

89

Urologie

89

KNO

88

Oogheelkunde

88

Cardiologie

87

Kindergeneeskunde

87

Pijnbestrijding / Anesthesiologie

82

Kaakchirurgie

80

Reumatologie

80

Plastische Chirurgie

75

Maag, darm en leverziekten

74

Revalidatiegeneeskunde

71

Neurochirurgie

66

Geriatrie

62

Psychiatrie

39

Allergologie

18

Radiologie Thoraxchirurgie Oncologie

2

11 8 6

35/93

Figuur 10– Ziekenhuizen die wachttijdgegevens voor behandelingen aanleveren, per

behandeling [aantal] Keel- en neusamandelen

89

Baarmoeder verwijderen

88

Liesbreuk

88

Heupprothese

87

Trommelvliesbuisje

87

Galblaasverwijdering

86

Kijkoperatie knie

86

Knieprothese

86

Neustussenschot correctie

86

Staar

85

Sterilisatie vrouw - Gynaecologie

85

Prostaatkanker

84

Spataderen (med. indicatie) - Heelkunde

80

Sterilisatie man - Urologie

80

Borstverkleining

66

Dupuytren, ziekte van - Plastische Chirurgie

66

Buikwandcorrectie

59

Carpaal tunnel syndroom - Plastische Chirurgie

57

Rughernia (Lumbosacrale discotomie) -…

56

Borstvergroting

49

Carpaal tunnel syndroom - Heelkunde

46

Incontinentie bij vrouw

46

Carpaal tunnel syndroom - Orthopedie

33

Carpaal tunnel syndroom - Neurochirurgie

32

Dotteren

22

Pijnbestrijding

20

Hernia (H.N.P.) - Orthopedie

17

Hernia (HNP) - Orthopedie

17

Borstkanker

16

Blaasgezwel (blaastumor)

15

Blaasgezwel

14

Open hartoperatie

12

Sterilisatie man - Heelkunde

12

Spataderen (med. indicatie) - Dermatologie Hernia (radiculair syndroom / HNP lumbaal) -… Carpaal tunnel syndroom - Neurologie

2

11 8 6

36/93

4.2

Berekenen van samengestelde indi cator wachtlijstgegevens

Ook voor wachtlijsten wordt een bolletjessysteem gehanteerd. Een ziekenhuis kan 1 tot 4 bolletjes halen. Dat wordt gebaseerd op de gemiddelde wachttijd in weken voor de specialismen, behandelingen en diagnoses benoemd in paragraaf 4.1 gedurende de eerste zeven maanden van 2012. Als een ziekenhuis voor meerdere locaties wachttijden opgeeft, is voor dat ziekenhuis de gemiddelde wachttijd genomen. De gemiddelde wachttijd van ziekenhuizen over de eerste 7 maanden van 2013 ligt tussen de 1,8 en 7,3 weken. De gemiddelde wachttijd over alle Nederlandse ziekenhuizen bedraagt 3,3 weken (figuur 11). Deze gemiddelde wachttijd was in 2012 en 2011 3,4 weken.

Figuur 11– 11– Gemiddelde wachttijd voor polikliniek, behandelingen en diagnostiek, 1e 7 20133 [in weken] maanden 201

1

2

3

4

5

6

7

8

De gemiddelde wachttijd voor behandeling ligt op 4,3 weken, voor diagnostiek op 2,4 weken en de gemiddelde wachttijd voor polikliniekbezoeken op 2,3 weken. Bij polikliniek bezoeken is de maximale wachttijd 13 weken terwijl deze bij dagbehandelingen en diagnostiek rond de 28 en 13 weken ligt.

2

37/93

Figuur Figuur 12

Figuur 13

Gemiddelde wachttijd polikliniek bezoeken

1

2

3

4

5

6

7

8

Gemiddelde wachttijd dagbehandelingen en diagnostiek

2

4

6

8

10

12

Allereerst worden de ziekenhuizen gerangschikt van korte naar lange gemiddelde wachttijd en krijgen bolletjes) (

2

38/93

Figuur 14):

4 bolletjes voor ziekenhuizen met kortere wachttijd dan het 15e percentiel.

3 bolletjes voor ziekenhuizen met wachttijd tussen het 50e en 15e percentiel.

2 bolletjes voor ziekenhuizen met wachttijd tussen het 85e en 50e percentiel.

1 bolletje voor ziekenhuizen met langere wachttijd dan het 85e percentiel.

2

39/93

Figuur 14 – Bolletjes voor wachttijd , 1e 7maanden 2013 [aantal]

1

2

3

4

Vervolgens, wordt gekeken of ziekenhuizen voor één of meerdere specialismen, behandelingen of diagnostiek een wachttijd hebben die uitkomt boven de zogeheten Treeknorm. De Treeknorm volgt uit afspraken die zorgaanbieders en verzekeraars hebben gemaakt over aanvaardbare wachttijden in de zorg. De gehanteerde Treeknormen zijn de volgende:

Toegangstijd polikliniek: 4 weken.

Wachttijd voor diagnostiek en indicatiestelling: 4 weken.

Wachttijd tot behandeling: 7 weken

Tabel 7 laat zien dat ziekenhuizen voor gemiddeld 3,7 behandelingen, specialismen en diagnostiek een wachttijd hebben opgegeven die boven de Treeknorm ligt. 19 ziekenhuizen hebben op geen enkel specialisme, behandeling of diagnostiek een wachttijd die boven de Treeknorm uitkomt. Ongeveer 45 ziekenhuizen hebben op maximaal drie specialismen, behandelingen en diagnostiek een wachttijd boven de Treeknorm. Voor ziekenhuizen die op meer dan vijf behandelingen een wachttijd boven de Treeknorm hebben, wordt het aantal bollen bijgesteld naar 1 bol. In totaal worden voor 15 ziekenhuizen de scores aangepast. Van deze 15 ziekenhuizen hadden 10 ziekenhuizen voor aanpassing, 2 bollen toegekend gekregen en 2 ziekenhuizen zelfs 3. De overige 11 ziekenhuizen hadden 1 bol. Dit houdt in dat de score voor 18 ziekenhuizen na aanpassing is gedaald met 1 bol. Tabel 7 Aantal en percentage ziekenhuizen die wachttijden hebben boven boven de Treeknorm

Aantal overschrijdingen

# ziekenhuizen

% ziekenhuizen

% cumulatief

19

21%

100%

1

14

15%

79%

2

16

18%

64%

3

15

16%

46%

4

10

11%

30%

5

3

3%

19%

2

40/93

Aantal overschrijdingen

# ziekenhuizen

% ziekenhuizen

% cumulatief

6

2

2%

15%

7

2

2%

13%

8

3

3%

11%

9

1

1%

8%

10

1

1%

7%

>10

5

5%

5%

5

Berekenen thema scores voor Elsevier

Op basis van de toegekende bollen voor de zorginhoudelijke domeinen ‘effectiviteit’, ‘dienstverlening’ en ‘veiligheid’ en voor de ‘wachttijden’ worden de eindoordelen die gepresenteerd worden in Elsevier berekend. De thema’s die behandeld worden in Elsevier zijn de volgende: 1.

Patiëntgerichtheid; wachttijden en dienstverlening

2.

Medische inhoud; effectiviteit en veiligheid

3.

Eindscore; patiëntgerichtheid en medische inhoud

Voor thema 1, patiëntgerichtheid, wordt een samengestelde score gemaakt voor de bollen op het domein ‘dienstverlening’ en de bollen voor ‘wachttijden’. De bollen voor beide domeinen worden bij elkaar opgeteld en op basis van de totaalscore wordt een eindscore gegeven op patiëntgerichtheid. Tabel 8 laat de indeling zien op basis van de totaalscore en geeft aan hoeveel ziekenhuizen respectievelijk 1,2,3 of 4 bollen scoren op het thema patiëntgerichtheid. Tabel 8 Toegekende bollen voor het thema Patiëntgerichtheid

Totaal score op dienstverlening en wachttijden 2 of 3

# bollen voor patiëntgerichtheid 1

# ziekenhuizen

4

2

22

5 of 6

3

44

7 of 8

4

12

13

Voor thema 2, medische inhoud, wordt een samengestelde score gemaakt voor de bollen op het domein effectiviteit en het domein veiligheid. De bollen voor beide domeinen worden

2

41/93

bij elkaar opgeteld en op basis van de totaalscore wordt een eindscore gegeven op patiëntgerichtheid. Tabel 9 Toegekende bollen voor het thema Medische Zorg

Totaal score op Effectiviteit en veiligheid 2 tot en met 3

# bollen voor medische zorg

# ziekenhuizen

1

14

3.5 tot en met 4.5

2

31

5 tot en met 6.5

3

36

7 tot en met 8

4

12

Voor de eindscore is gekeken naar de som van de bollen op het thema Medische inhoud en het thema patiëntgerichtheid. Hierbij krijgen instellingen met een totaalscore van 2 of 3 bollen 1 bol toebedeeld, instellingen met 4 sterren 2 bollen, instellingen met 5 of 6 sterren 3 bollen en instellingen met 7 of 8 bollen 4 bollen (Tabel 10). Tabel 10 Toegekende bollen voor het Eindscore

Totaal score op Medische inhoud en patiëntgerichtheid 2 of 3

# bollen eindscore eindscore

# ziekenhuizen

1

16

4

2

31

5 of 6

3

29

7 of 8

4

15

2

42/93

6

Transparantie score

We berekenen voor ieder ziekenhuis een transparantiescore. In 2013 is deze score gebaseerd op de transparantie binnen de gegevensset van IGZ/ ZiZo en het openbaar maken van sterftecijfers. IGZ/ ZiZo gegevensset Alleen de indicatoren die van toepassing zijn voor ziekenhuizen worden meegenomen bij de analyse. Het percentage niet van toepassing varieert tussen de 24 en 56%. Ziekenhuizen hebben tussen de 91,4% en 99,7% van alle indicatorwaarden aangeleverd of aangegeven dat de indicator niet van toepassing is. Ruim de helft van de ziekenhuizen heeft meer dan 95% van de informatie aangeleverd. De transparantiescores zijn even hoog als vorig jaar Sterftecijfers In 2011 zijn voor het eerst de ziekenhuisbrede sterftecijfers gecorrigeerd voor patiëntkenmerken gepubliceerd. Helaas zijn deze gegevens niet voor alle ziekenhuizen beschikbaar. Voor zesenzestig ziekenhuizen zijn deze gegevens gepubliceerd17. Zes ziekenhuizen hebben sterftecijfers voor enkele specifieke aandoeningen openbaar gemaakt. Berekening Bij het berekenen van de transparantiescore voor de beste ziekenhuizen 2013 zijn punten toebedeeld op basis van de transparantie voor IGZ/ ZiZo gegevensset (1 punt <98%, 2 punten 98-99% en 3 punten voor 99-100%), een punt voor het publiceren van HSMR score en een punt voor het publiceren van sterftecijfers op basis van aandoeningen (SMR). De transparantiescore varieert tussen de 1 en 5.

17

www.hsmr.nl/nieuws/130-hsmr-2011-per-ziekenhuis

2

43/93

Figuur 15– Transparantiescore ziekenhuizen [[p SMR]] punten, ZiZo/ IGZ, HSMR en SMR

2

1

2

3

4

5

6

44/93

7

Financiële gegevens

7.1

Bron voor financiële gegevens

Zorginstellingen zijn wettelijk verplicht hun een groot aantal gegevens aan te leveren voor het Maatschappelijk Jaarverantwoordingsdocument. Deze gegevens worden aangeleverd aan het CIBG, onderdeel van het Ministerie van VWS. Helaas blijken de gegevens van het CIBG sterk vervuild te zijn, doordat de gegevens veelal gepresenteerd worden op concernniveau18. Dit zorgt ervoor dat de gegevens voor concerns die naast de ziekenhuissector tevens binnen andere zorgsectoren (bijvoorbeeld AWBZ) werkzaam zijn, de financiële gegevens niet alleen van toepassing zijn op het ziekenhuis. Wij hebben hier gebruik gemaakt van de SiRM database met gegevens die overgenomen zijn uit de enkelvoudige jaarrekeningen van de ziekenhuizen. De gegevens zijn onafhankelijk van elkaar door twee teams ingevoerd zodat eventuele typefouten snel opgespoord konden worden. Omdat we de enkelvoudige jaarrekening gebruiken, zijn de gegevens niet ‘vervuild’ door bijvoorbeeld AWBZ functies die de stichting waaronder het ziekenhuis valt, ook uitvoert.

7.2

Selectie van financië le gegevens

De indicatoren zijn gangbare indicatoren die gebruikt worden bij het beoordelen van leningen en borgstelling, bij ‘Early Warning Systems’ en monitoren van de financiële toestand in de zorgsector. Ook in het buitenland worden dergelijke indicatoren gebruikt19. De gegevens voor de vijf geselecteerde indicatoren komen uit de enkelvoudige balans en resultatenrekening van de ziekenhuizen: •

Bedrijfsresultaat: Resultaat vóór bijzondere baten als verhouding met de totale omzet in 2013.

18

Volgens onderzoek van PwC, zie Zorgvisie, 8 oktober 2010. Zie bijvoorbeeld: “Benchmark ziekenhuizen”, ABN AMRO, 2010; “Reglement van Deelneming”, Waarborgfonds zorgsector, 2006 (p 2-4); “Zen and the art of hospital maintenance”, Gupta Strategists, 2009; “Financiële nood groot bij vier ziekenhuizen’, NRC Handelsblad, 17 oktober 2009, (op basis van Early Warning System van Zindata); “Monitor Vermogen Zorgaanbieders, kengetallen in beeld 2007-2008”, NZa, december 2009; ‘Compliance Framework 2010-2011”, Monitor (toezichthouder in Engeland), 31 maart 2010; “Financieel brancherapport ziekenhuizen en UMC’s.”, PwC, 2009. “Vizier op vertrouwen”, brancherapport NVZ, 2009. 19

2

45/93

EBITDA marge: EBITDA (voor Earnings before Interest, Tax, Depreciation, Amortization) als percentage van de omzet.

ICR: De Interest Coverage Ratio, hoeveel keer groter is het resultaat minus de rentelasten dan de rentelasten in een jaar.

Solvabiliteit: Verhouding tussen eigen vermogen en totale balans.

Schuld/EBITDA: De verhouding tussen de schuld en de opbrengsten vóór rente, belasting en afschrijvingen.

Vaak worden ook de quick en/of current ratio’s gebruikt om weer te geven of een bedrijf voldoende werk in voorraad heeft om de kortlopende schulden mee te betalen. Die indicatoren zijn hier niet meegenomen omdat de bevoorschotting en de administratie van voorraden voor de zorg zeer speciaal zijn.

7.3

Berekenen van samengestelde indi cator financië le gegevens

Ieder ziekenhuis krijgt punten voor zijn financiële situatie op basis van de vijf geselecteerde indicatoren. Voor iedere indicator krijgt een ziekenhuis punten: •

0 punten bij score onder de minimumnorm;

1 punt bij score tussen de minimum norm en aanbevolen norm; en

2 punten bij score boven de aanbevolen norm.

In Tabel 11 is een overzicht gegeven van de indicatoren en de gehanteerde normen. Een ziekenhuis kan maximaal 10 punten halen (Figuur 17). Tabel 11 Toedeling van punten voor indi indicator cator voor financiële positie.

Indicator

0 punten

1 punt

2 punten

Bedrijfsresultaat

<0%

0 tot 3,5%

>3,5%

EBITDA marge

<5%

5 tot 10%

>10%

<1

1 tot 1,5

>1,5

ICR

2

46/93

Indicator Solvabiliteit

20

Debt/EBITDA

0 punten

1 punt

2 punten

<10%

10 tot 20%

>20%

>15

10 tot 15

<10

Met deze indeling zijn de ziekenhuizen niet homogeen verdeeld over het aantal punten:

12 ziekenhuizen hebben minder dan 6 punten; zij krijgen hier 1 ster. De financiële situatie van deze ziekenhuizen kan precair zijn.

10 ziekenhuizen hebben 6 punten en krijgen hier 2 sterren.

21 ziekenhuizen hebben 7 punten en krijgen 3 sterren.

46 ziekenhuizen hebben 8 punten of meer en krijgen 4 sterren.

We gaan er van uit dat de ziekenhuizen met 7 of meer punten een stabiele financiële situatie kennen. Uiteraard hangt de werkelijke financiële stabiliteit naast deze cijfers vooral af van de kwaliteit van bestuur en management. De balanspositie kan tijdelijk versterkt of verzwakt zijn, bijvoorbeeld vlak voor of na grote investeringen. Figuur 16

ziekenhuizen 20113 (score (score)) Financiële stabiliteit ziekenhui zen 20

1

2

3

4

20

Deze grens is aangepast omdat de Minister van VWS een grens van 20% hanteert (voorheen werd 15% gebruikt voor dit onderzoek). Zie Wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg en enkele andere wetten om het mogelijk te maken dat aanbieders van medisch-specialistische zorg, mits zij aan een aantal voorwaarden voldoen, winst uitkeren (voorwaarden voor winstuitkering aanbieders medisch-specialistische zorg), Tweede Kamer 2012/2013, 33168).

2

47/93

8

Zorgzwaarte

8.1

Selectie van i ndicato ren zorgzwaarte

De patiënten die ziekenhuizen behandelen, verschillen in ‘zorgzwaarte’. Een Universitair Medisch Centrum of topklinische ziekenhuis heeft gemiddeld genomen ‘zwaardere’ patiënten dan een basisziekenhuis. Als maat voor zorgzwaarte hebben we de omgeving en de productie van het ziekenhuis genomen. •

De omgeving bepaalt voor welke patiënten het ziekenhuis een basisfunctie vervult. De gemiddelde zorgzwaarte is meestal hoger voor oudere mensen en voor mensen in een lagere sociale klasse. We hebben de gemiddelde leeftijd en het aandeel werklozen bepaalt voor de postcodegebieden waarvoor het ziekenhuis het dichtstbijzijnde ziekenhuis is. Het gewicht van deze twee indicatoren staat op 0,4.

De impact van zorgzwaarte op productie is op drie manier meegenomen, ieder met het gewicht 1,0: o

Ziekenhuizen met ‘zwaardere’ patiënten, geven meer uit per patiënt dan ziekenhuizen met ‘lichtere’ patiënten. Hiervoor is de omzet in het A- en B-segment per eerste polikliniekbezoek (EPB) als maat genomen21,22.

o

Daarnaast is het level van de Intensive Care als benadering voor de gemiddelde zorgzwaarte van een ziekenhuis gekozen.

o

Het

aantal

WBMV

(Wet

Bijzondere

Medische

Verrichtingen)

vergunningen is dit jaar meegenomen binnen de berekening van de zorgzwaarte. Dit betreft onder andere vergunningen voor het uitvoeren van open hart operaties, HIV behandelingen en neonatale intensive care. Ziekenhuizen hebben een speciale vergunning (de WBMV vergunning) nodig om dergelijke behandelingen uit te voeren. Ziekenhuizen die een vergunning hebben voor deze behandelingen, zullen meer ‘zwaardere’ patiënten hebben. Als maat nemen we het aantal WBMV vergunningen per ziekenhuis. Die informatie is opgenomen in het jaardocument maatschappelijke verantwoording.

21

De omzet in het A-segment is gecorrigeerd voor eenmalige aanpassingen van het budget vanwege versnelde afschrijving van immateriële vaste activa in 2010. 22 De verschillen in efficiëntie die gemeten worden met omzet/EPB zijn waarschijnlijk kleiner dan de verschillen in kosten vanwege bijvoorbeeld hartoperaties, HIV-behandelingen en implantaten,

2

48/93

8.2

Berekenen van samengestelde indi cator z orgzwaarte

De zorgzwaarte is berekend op dezelfde manier als de zorginhoudelijke indicatoren; een gewogen optelling van de z-scores (Figuur 17). Samenvattend: •

Acht ziekenhuizen hebben een zeer zware zorgzwaarte. Dit zijn de UMC’s.

21 ziekenhuizen behandelen patience met een zware zorgzwaarte

28 ziekenhuizen behandelen een middelzware patientengroep

34 ziekenhuizen behandelen een patienten populatie met lichte zorgzwaarte

Figuur 17 – Indicatie van relatieve zorgzwaarte op basis van gemiddelde leeftijd en level,, het aa aantal werklozen in directe markt, IC level ntal WBMV vergunningen en omzet per EPB.

2

1

49/93

9

Specifieke aandoeningen

9.1

CQ-index gegevens

Het meten, analyseren en rapporteren van klantervaringen wordt in Nederland gedaan middels de CQ-index systematiek. De afkorting CQ-index of CQI staat voor Consumer Quality Index. Meestal wordt aan patiënten schriftelijke vragenlijst voorgelegd, maar soms worden patiënten ook ondervraagd via een online vragenlijst of met interviews. De meest recente CQI gegevens die beschikbaar zijn, betreffen patiëntervaringen van borstzorg (2013), spataderen (2012) en rughernia (2012). De CQ-index voor borstzorg bestaat uit twee delen: Mammacarcinoom goedaardig en Mammacarcinoom kwaadaardig. Van de vragenlijsten is een gemiddelde CQI score bepaald op basis van het aantal behaalde sterren per thema. Stichting Miletus heeft de bestanden aangeleverd.

9.2Borstzorg

Ieder ziekenhuis heeft de CQ-index Mammacare goedaardig en kwaadaardige lijst (beide versies 2.1) gebruikt om de ervaringen van patiënten rondom de zorg van mammacare te meten. Voor bepaalde thema’s zijn minder gegevens beschikbaar. Dit komt doordat bij het berekenen van de scores een minimum aantal respondenten van 25 is aangehouden. Wanneer een ziekenhuis van minder dan 25 CQI-vragenlijsten gegevens opstuurt worden er geen CQI-scores berekend. Deze gegevens heeft SiRM dan ook niet ontvangen. De gegevens zijn gecorrigeerd voor de patiëntkenmerken opleiding, leeftijd en ervaren gezondheid.

Mammacare goedaardig De Mammacare goedaardig vragenlijst bevat twee thema’s: bejegening tijdens onderzoek en afstemming/samenwerking. In totaal hebben 63 ziekenhuizen (relevant voor het Elsevier onderzoek) deze vragenlijst afgenomen onder hun patiënten. Zichtbaar in de figuur is dat de iets minder dan de helft van de ziekenhuizen ‘gemiddeld’ presteren. Tien ziekenhuizen

preseteerden

bovengemiddeld

(3

sterren)

en

7

ziekenhuizen

ondergemiddeld (1 ster) (Figuur 18).

2

50/93

Figuur 18 Gemiddelde CQI score op basis van sterren op twee thema’s voor sterren].. Mammacare –goedaardig [score op 11--3 sterren]

29

7

8

1

1.5

2

10

10

2.5

3

CQI MammacareMammacare- kwaadaardig

De vragenlijst Kwaadaardige afwijkingen wordt in 2 delen uitgevraagd, en is bedoeld voor twee groepen: 1) Patiënten met een reguliere behandeling en 2) Patiënten met een neoadjuvante behandeling. De vragenlijst kwaadaardige afwijkingen deel 2 start een jaar na deel 1. Dit betekent dat, afhankelijk van het behandeltraject van de patiënt (een reguliereof een neo-adjuvante behandeling) naast de ervaringen m.b.t. de diagnostische en/of operatieve fase nu ook de verdere behandelingen en de nazorgfase zijn meegenomen. Tabel Aantal thema’s binnen de vragenlijst Mammacare - kwaadaardig Thema’s

Deel 1

Bejegening fase van onderzoek

X

Bejegening verpleegkundigen fase van operatie

X

Bejegening chirurg fase van operatie

X

Autonomie

X

Deel 2

Bejegening in fase radiotherapie

X

Informatievoorziening in fase radiotherapie

X

Bejegening in fase chemotherapie

X

Informatievoorziening in fase chemotherapie

X

Afstemming en Samenwerking

X

Overgang naar psychosociale zorg

X

Overgang naar fysiotherapie

X

Overgang naar revalidatie

X

2

51/93

De ziekenhuizen die meegenomen zijn bij het Elsevier onderzoek presteren bijna allemaal gemiddeld (2 sterren) op de mamacare kwaadaardige vragenlijst. Twee ziekenhuizen presteren 2,5 ster gemiddeld. Bejegening tijdens het onderzoek (Figuur 19). Figuur 19. 19. Gemiddelde score op Mammacare - kwaadaardig

0.5

1

1.5

2

2.5

Spatade Spataderen De vragenlijst die de ervaringen van patiënten met de zorg rondom spataderen meet bevat vijf thema’s: •

Contact/ informatie en samenwerking in zorginstelling

Nazorg & probleem- en klachtafhandeling

Anesthesie

Spataderbehandeling (Informatie en behandelplan)

Patiëntenvoorlichting in zorginstelling

De meeste ziekenhuizen scoren gemiddeld op deze thema’s, een 9-tal ziekenhuizen presteren iets beter dan gemiddeld (2,5 ster) en 3 ziekenhuizen presteerden ondergemiddeld (Figuur 20).

2

52/93

Figuur 20 Gemiddelde CQI score op basis van sterren op vijf thema’s voor Spataderen

34

15 9 3 1

1.5

2

2.5

Rughernia De vragenlijst die gebruikt is om de ervaringen van rughernia patiënten of het Lumbosacraal Radiculair Syndroom (LRS) te meten gaat over de zorg die ontvangen is in de ‘afgelopen 12 maanden’. Doordat de vragenlijst sterk is ingekort, is er geen sprake van thema’s, maar wordt per vraag bekeken hoe ziekenhuizen presteren. Vragen worden gesteld rondom onderzoek voor diagnostiek, operaties, controles en therapie. Op de vragen betreffende ‘zorgverlening’ scoren ziekenhuizen over het algemeen gemiddeld, maar bij de persoonlijke beleving rondom wachten is er meer spreiding (figuur 21). Figuur 21 Gemiddelde CQI score op basis van sterren op een totale score op vragen over zorgverlening en wachten.

2

0.5

1

1.5

2

2.5

3

53/93

Appendix A – Ziekenhuizen opgenomen in Elsevier

Plaats

Ziekenhuis

Alkmaar

Stichting Medisch Centrum Alkmaar

Almelo

Ziekenhuisgroep Twente

Almere

Flevoziekenhuis

Amersfoort

Meander Medisch Centrum

Amstelveen

Ziekenhuis Amstelland

Amsterdam

Academisch Medisch Centrum (AMC)

Amsterdam

BovenIJ Ziekenhuis

Amsterdam

Sint Lucas Andreas Ziekenhuis

Amsterdam

Onze Lieve Vrouwe Gasthuis

Amsterdam

Slotervaartziekenhuis

Amsterdam

VU Medisch Centrum

Apeldoorn

Gelre Ziekenhuizen Apeldoorn

Arnhem

Alysis Zorggroep

Assen

Wilhelmina Ziekenhuis Assen

Bergen op zoom

Lievensberg ziekenhuis

Beverwijk

Rode Kruis Ziekenhuis

Boxmeer

Maasziekenhuis Pantein

Breda

Amphia Ziekenhuis

Capelle aan den ijssel

Ijsselland Ziekenhuis

Delft

Reinier de Graaf Gasthuis

Delfzijl

Ommelanden Ziekenhuis Groep

Den Bosch

Jeroen Bosch Ziekenhuis

Den haag

Bronovo ziekenhuis

Den haag

HagaZiekenhuis

Den haag

Medisch Centrum Haaglanden

Den helder

Gemini Ziekenhuis

Deventer

Deventer Ziekenhuis

Dirksland

Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis

Doetinchem

Slingeland Ziekenhuis

Dokkum

Ziekenhuis De Sionsberg

Dordrecht

Albert Schweitzer ziekenhuis

Drachten

Nij Smellinghe

Ede gld

Ziekenhuis De Gelderse Vallei

2

54/93

Plaats

Ziekenhuis

Eindhoven

Catharina Ziekenhuis

Emmen

Scheper Ziekenhuis

Enschede

Medisch Spectrum Twente

Geldrop

St. Anna Ziekenhuis

Gorinchem

Beatrixziekenhuis

Gouda

Bleuland

Groningen

Martini Ziekenhuis

Groningen

Universitair Medisch Centrum Groningen

Haarlem

Kennemer Gasthuis

Hardenberg

Ropcke Zweers Ziekenhuis

Harderwijk

Ziekenhuis St Jansdal

Heerlen

Stichting Atrium Medisch Centrum

Helmond

Elkerliek Ziekenhuis

Hilversum

Tergooiziekenhuizen

Hoofddorp

Spaarne Ziekenhuis

Hoogeveen

Scheper-Bethesda Ziekenhuis locatie Hoogeveen

Hoorn nh

Westfriesgasthuis

Leeuwarden

Tjongerschans B.V.

Leeuwarden

Medisch Centrum Leeuwarden B.V.

Leiden

Diaconessenhuis

Leiden

Leids Universitair Medisch Centrum

Leiderdorp

Rijnland Ziekenhuis

Lelystad

MC Zuiderzee

Maastricht

Academisch Ziekenhuis Maastricht

Meppel

Diaconessenhuis Meppel onderdeel van Zorgcombinatie Noorderboog

Nieuwegein

Sint Antonius Ziekenhuis

Nijmegen

Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis

Nijmegen

UMC St Radboud

Oss

Ziekenhuis Bernhoven

Purmerend

Waterlandziekenhuis

Roermond

Laurentius Ziekenhuis

Roosendaal

Franciscus Ziekenhuis

Rotterdam

Erasmus MC

Rotterdam

Sint Franciscus Gasthuis

Rotterdam

Havenziekenhuis

Rotterdam

Ikazia Ziekenhuis Rotterdam

2

55/93

Plaats

Ziekenhuis

Rotterdam

Maasstad Ziekenhuis

Schiedam

Vlietland Ziekenhuis

Sittard

Orbis Medisch Centrum

Sneek

Antonius Ziekenhuis Sneek- Emmeloord

Spijkenisse

Ruwaard van Putten Ziekenhuis

Stadskanaal

Refaja ziekenhuis

Terneuzen

ZorgSaam Ziekenhuis

Tiel

Ziekenhuis Rivierenland

Tilburg

St. Elisabeth Ziekenhuis

Tilburg

TweeSteden Ziekenhuis

Utrecht

Diakonessenhuis

Utrecht

UMC Utrecht

Veldhoven

Maxima Medisch Centrum

Venlo

VieCuri Medisch Centrum

Vlissingen

ADRZ

Weert

Sint Jans Gasthuis

Winterswijk

Streekziekenhuis Koningin Beatrix

Zaandam

Zaans Medisch Centrum

Zoetermeer

LangeLand Ziekenhuis

Zutphen

Gelre Ziekenhuizen Zutphen

Zwolle

Isala klinieken

2

56/93

a Appendix B- wijzigingen schoningsprocedure

In onderstaande tabel zijn voor de berekening relevante wijzigingen opgenomen. Waar de wijziging een percentage, noemer of teller betreft zijn de bijbehorende waarden – indien nodig - tevens gewijzigd. Bron

Indicatorset

Ziekenhuis

Indicator

Subvraag

IGZ

Algemeen kwaliteitsbeleid

Disfunctioneren medisch specialisten Regeling mogelijk disfunctioneren medisch specialisten

ZIZO

Baarmoederhalsafwijkingen

Universitair Medisch Centrum Sint Radboud Sint Lucas Andreas Ziekenhuis

ZIZO

Baarmoederhalsafwijkingen

Streekziekenhuis Koningin Beatrix

Lokale anesthesie

ZIZO

Carpaletunnelsyndroom

Albert Schweitzer Ziekenhuis

ZIZO

Carpaletunnelsyndroom

Nij Smellinghe

ZIZO

Carpaletunnelsyndroom

ZIZO

Cataract

Sint Lucas Andreas Ziekenhuis Academisch Medisch Centrum

Kan de patiënt kiezen welke van de door u bij 2a ingevulde zorgverleners de operatieve ingreep uitvoert? Kan de patiënt kiezen welke van de door u bij 2a ingevulde zorgverleners de operatieve ingreep uitvoert? Vink aan uit welke zorgverleners de patiënt met CTS kan kiezen: Complicatie achterkapselruptuur

Heeft het ziekenhuis een regeling ingevoerd voor een mogelijk disfunctionerend medisch specialist? Percentage patiënten dat behandeld is voor CIN 2-3 (op basis van biopt of de excisie zelf), met een normale cervixcytologie binnen 3 tot 9 maanden na behandeling Percentage patiënten dat behandeld is voor CIN dat een ingreep heeft gehad die onder lokale anesthesie is uitgevoerd Antwoord KP 2b

ZIZO

Cataract

Gemini Ziekenhuis

Complicatie achterkapselruptuur

ZIZO

Cataract

Ziekenhuis Bethesda

Complicatie achterkapselruptuur

2

Normale cervixcytologie

57/93

Oude waarde

Nieuwe waarde 0

1

185

19

1

1

Antwoord KP 2b

1

Algemeen chirurg

1

165,7

1,66

133,3

1,33

1,5

0,85

Percentage cataractoperaties waarbij peroperatief een voorsegmentsvitrectomie is verricht Percentage cataractoperaties waarbij peroperatief een voorsegmentsvitrectomie is verricht Percentage cataractoperaties waarbij peroperatief een voorsegmentsvitrectomie is verricht

Bron

Indicatorset

Ziekenhuis

Indicator

Subvraag

ZIZO

Constitutioneel Eczeem

Havenziekenhuis

Rechtstreekse toegang tot zorg

schriftelijke werkafspraken

ZIZO

Constitutioneel Eczeem

Martini Ziekenhuis

Rechtstreekse toegang tot zorg

schriftelijke werkafspraken

1

ZIZO

Dementie

1

ZIZO

Dementie

Indien ja, bevat dit protocol: weergave van indicatiestelling Indien ja, bevat dit protocol: weergave van contra-indicaties Indien ja, bevat dit protocol: start criteria

1

Dementie

1

ZIZO

Dementie

Indien ja, bevat dit protocol: follow-up criteria

1

ZIZO

Dementie

VU Medisch Centrum

Geheugenpoli/poli psychogeriatrie

1

ZIZO

Dementie

VU Medisch Centrum

Indien ja, bevat dit protocol: stop criteria

1

ZIZO

Diabetes

Gemini Ziekenhuis

Aanwezigheid van een protocol acetylcholinesteraseremmers Aanwezigheid van een protocol acetylcholinesteraseremmers Aanwezigheid van een protocol acetylcholinesteraseremmers Aanwezigheid van een protocol acetylcholinesteraseremmers Bevat uw ziekenhuislocatie speciale diagnoseen/of behandelingsruimten voor patiënten met dementie? Aanwezigheid van een protocol acetylcholinesteraseremmers Organisatiestructuur van diabeteszorg (volwassenen)

ZIZO

Slingeland Ziekenhuis Slingeland Ziekenhuis Slingeland Ziekenhuis VU Medisch Centrum

1

ZIZO

Diabetes

1

ZIZO

Diabetes

Medisch Centrum Rijnmond-Zuid Westfries Gasthuis

1

IGZ

Hart en vaten

Refaja Ziekenhuis

6. Is er een patiëntenenqu?te en worden patiënten gewezen op de patiëntenvereniging DVN? 1. Is er een lijst van de totale groep mensen in het verzorgingsgebied? 1. Is er een lijst van de totale groep mensen in het verzorgingsgebied? Beschikt u over een registratiesysteem voor doorlooptijden van trombolysebehandelingen?

IGZ

Hart en vaten

Sint Lucas Andreas Ziekenhuis

ZIZO

Heupvervanging

Admiraal de Ruyter Ziekenhuis

ZIZO

Heupvervanging

Catharina Ziekenhuis

2

Organisatiestructuur van diabeteszorg (volwassenen) Organisatiestructuur van diabeteszorg (volwassenen) Cerebrovasculair Accident (CVA) Door-toneedle time trombolyse Inclusiecriterium: Alle patiënten behandeld met trombolyse na een herseninfarct (DBC behandelcode 210 (211, 212, 213)). Implanteren en/of wisselen van pacemakers Exclusiecriterium: Implanteerbare devices zonder cardiostimulatiefunctie. Wordt de patiënt die op uw ziekenhuislocatie komt voor een heupvervanging door een multidisciplinair team (MDT) behandeld? Wordt de patiënt die op uw ziekenhuislocatie komt voor een heupvervanging door een multidisciplinair team (MDT) behandeld?

58/93

D Aantal ICD’s zonder biventriculaire pacemakerfunctie

Oude waarde

missend

Nieuwe waarde

1

N.v.t.

32

Antwoord KP 1a

1

Antwoord KP 1a

1

Bron

Indicatorset

Ziekenhuis

Indicator

Subvraag

ZIZO

Heupvervanging

Leids Universitair Medisch Centrum

Antwoord KP 1a

ZIZO

IBD

Sint Lucas Andreas Ziekenhuis

ZIZO

In opzet curatieve behandeling prostaatcarcinoom

Sint Lucas Andreas Ziekenhuis

IGZ

Infectieziekten

HagaZiekenhuis

Wordt de patiënt die op uw ziekenhuislocatie komt voor een heupvervanging door een multidisciplinair team (MDT) behandeld? Welke methode van sedatie wordt in eerste instantie gekozen bij darmonderzoek van kinderen met de ziekte van Chrohn/colitis ulcerosa? Krijgt de patiënt met prostaatcarcinoom v««r ontslag uit uw ziekenhuislocatie standaard een consult met een verpleegkundige m.b.t. het onderwerp incontinentie? Wondinfecties na hartchirurgie

IGZ

Infectieziekten

Havenziekenhuis

Postoperatieve wondinfecties

IGZ

Infectieziekten

Nij Smellinghe

Centrale lijn gerelateerde sepsis (Lijnsepsis)

IGZ

Infectieziekten

Rijnland Ziekenhuis

Centrale lijn gerelateerde sepsis (Lijnsepsis)

IGZ

Infectieziekten

Slotervaartziekenhuis

Centrale lijn gerelateerde sepsis (Lijnsepsis)

IGZ

Infectieziekten

Slotervaartziekenhuis

Centrale lijn gerelateerde sepsis (Lijnsepsis)

IGZ

Infectieziekten

Slotervaartziekenhuis

Centrale lijn gerelateerde sepsis (Lijnsepsis)

IGZ

Infectieziekten

Slotervaartziekenhuis

Centrale lijn gerelateerde sepsis (Lijnsepsis)

IGZ

Infectieziekten

Westfries Gasthuis

Centrale lijn gerelateerde sepsis (Lijnsepsis)

IGZ

Intensive care

ZIZO

Knievervanging

Diaconessenhuis Leiden Admiraal de Ruyter Ziekenhuis

Beademingsuren Beademingsuren per pati?nt op een IC-afdeling Wordt de patiënt die op uw ziekenhuislocatie komt voor een knievervanging door een multidisciplinair team (MDT) behandeld?

2

59/93

Oude waarde

Nieuwe waarde 0

1

Antwoord KP3

Anders, namelijk:

Standaard roesje

Antwoord KP 6a

Anders, namelijk:

n.v.t.

Hoeveel patiënten zijn ge?ncludeerd in de prevalentiemeting? Hoeveel patiënten zijn ge?ncludeerd in de prevalentiemeting? Hoeveel patiënten zijn ge?ncludeerd in de incidentiemeting? Gebruikt u voor de defini?ring van ziekenhuisinfecties de criteria van de CDC/WIP (Centre of Disease Control/Werkgroep Infectie Preventie)? Hoeveel patiënten zijn ge?ncludeerd in de prevalentiemeting? Hoeveel patiënten kwamen voor de prevalentiemeting in aanmerking? Hoeveel patiënten kwamen voor de incidentiemeting in aanmerking? Hoeveel patiënten zijn ge?ncludeerd in de incidentiemeting? Gebruikt u voor de defini?ring van ziekenhuisinfecties de criteria van de CDC/WIP (Centre of Disease Control/Werkgroep Infectie Preventie)? Beschikt u over een registratiesysteem voor beademingsuren op de IC? Antwoord KP 2a

424

17

323

18

1139

93

1

1452

N.v.t.

1452

N.v.t.

1452

295

1452

295

1

1

1

Bron

Indicatorset

Ziekenhuis

Indicator

Subvraag

ZIZO

Knievervanging

Catharina Ziekenhuis

Antwoord KP 2a

1

ZIZO

Knievervanging

Streekziekenhuis Koningin Beatrix

Antwoord KP 2a

1

IGZ

Kwetsbare groepen

Admiraal de Ruyter Ziekenhuis

1

Kwetsbare groepen

Spaarne Ziekenhuis

1

ZIZO

Maagcarcinoom

Ziekenhuis Amstelland

Heeft naast diverse ziekenhuismedewerkers ook een vertrouwensarts van het AMK zitting inzake kindermishandeling? Heeft naast diverse ziekenhuismedewerkers ook een vertrouwensarts van het AMK zitting inzake kindermishandeling? Antwoord KP 3c

IGZ

1

ZIZO

Mammacarcinoom

Ikazia Ziekenhuis

Aanwezig op ziekenhuislocatie

1

ZIZO

Mammacarcinoom

Sint Anna Ziekenhuis

Vaste verwijsadressen / samenwerking

1

ZIZO

Mammacarcinoom

Sint Elisabeth Ziekenhuis

Vaste verwijsadressen / samenwerking

1

ZIZO

Mammacarcinoom

Sint Jansdal

Wordt de patiënt die op uw ziekenhuislocatie komt voor een knievervanging door een multidisciplinair team (MDT) behandeld? Wordt de patiënt die op uw ziekenhuislocatie komt voor een knievervanging door een multidisciplinair team (MDT) behandeld? Infrastructuur signalering kindermishandeling Multidisciplinair team kindermishandeling Infrastructuur signalering kindermishandeling Multidisciplinair team kindermishandeling Wordt de patiënt met een maagcarcinoom op uw ziekenhuislocatie standaard gescreend op Helicobacter pylorie? Heeft uw ziekenhuislocatie voorzieningen waar patiënten direct terecht kunnen voor medicijnen (ziekenhuisapotheek)? Wilt u hierbij aangeven of deze op de ziekenhuislocatie zelf aanwezig zijn of dat u werkt met vaste verwijsadressen en er sprake Heeft uw ziekenhuislocatie voorzieningen waar patiënten direct terecht kunnen voor haarwerken? Wilt u hierbij aangeven of deze op de ziekenhuislocatie zelf aanwezig zijn of dat u werkt met vaste verwijsadressen en er sprake is van externe samen Heeft uw ziekenhuislocatie voorzieningen waar patiënten direct terecht kunnen voor haarwerken? Wilt u hierbij aangeven of deze op de ziekenhuislocatie zelf aanwezig zijn of dat u werkt met vaste verwijsadressen en er sprake is van externe samen Heeft uw ziekenhuislocatie voorzieningen waar patiënten direct terecht kunnen voor haarwerken? Wilt u hierbij aangeven of deze op de ziekenhuislocatie zelf aanwezig zijn of dat u werkt met vaste verwijsadressen en er sprake is van externe samen

Vaste verwijsadressen / samenwerking

1

2

60/93

Oude waarde

Nieuwe waarde

Bron

Indicatorset

Ziekenhuis

Indicator

Subvraag

ZIZO

Mammacarcinoom Meniscus en voorste kruisband

ZIZO

Meniscus en voorste kruisband

Havenziekenhuis

ZIZO

Meniscus en voorste kruisband

Leids Universitair Medisch Centrum

ZIZO

Meniscus en voorste kruisband

Leids Universitair Medisch Centrum

ZIZO

Meniscus en voorste kruisband

Máxima Medisch Centrum

ZIZO

Meniscus en voorste kruisband

Máxima Medisch Centrum

ZIZO

Migraine

ZIZO

Nierstenen

Streekziekenhuis Koningin Beatrix Franciscus Ziekenhuis

Is er een zorgpad voor mammacarcinoom op uw ziekenhuislocatie? Biedt uw ziekenhuislocatie de volgende verdovingsmethoden aan bij operaties aan de meniscuslaesie en/of voorste kruisbandlaesie? Biedt uw ziekenhuislocatie de volgende verdovingsmethoden aan bij operaties aan de meniscuslaesie en/of voorste kruisbandlaesie? Biedt uw ziekenhuislocatie de volgende verdovingsmethoden aan bij operaties aan de meniscuslaesie en/of voorste kruisbandlaesie? Biedt uw ziekenhuislocatie de volgende verdovingsmethoden aan bij operaties aan de meniscuslaesie en/of voorste kruisbandlaesie? Biedt uw ziekenhuislocatie de volgende verdovingsmethoden aan bij operaties aan de meniscuslaesie en/of voorste kruisbandlaesie? Biedt uw ziekenhuislocatie de volgende verdovingsmethoden aan bij operaties aan de meniscuslaesie en/of voorste kruisbandlaesie? Heeft de patiënt met migraine op uw ziekenhuislocatie een vaste neuroloog? ESWL-behandeling

Antwoord KP 6d

ZIZO

Ziekenhuis Amstelland Havenziekenhuis

ZIZO

Nierstenen

Havenziekenhuis

ZIZO

Nierstenen

Isala Klinieken

Heeft de patiënt met nierstenen op uw ziekenhuislocatie ??n vaste uroloog? ESWL-behandeling

ZIZO

Nierstenen

IGZ

Oncologie

Rode Kruis Ziekenhuis Admiraal de Ruyter Ziekenhuis

Heeft de patiënt met nierstenen op uw ziekenhuislocatie ??n vaste uroloog? Samenwerking Multidisciplinair overleg (MDO)

2

61/93

Oude waarde

Nieuwe waarde

1

a. Algehele verdoving: Aangeboden bij operatie voorste kruisbandlaesie?

N.v.t.

b. Ruggenprik/regionale verdoving: Aangeboden bij operatie voorste kruisbandlaesie?

N.v.t.

a. Algehele verdoving: Aangeboden bij operatie voorste kruisbandlaesie?

N.v.t.

b. Ruggenprik/regionale verdoving: Aangeboden bij operatie voorste kruisbandlaesie?

N.v.t.

a. Algehele verdoving: Aangeboden bij operatie meniscuslaesie?

1

a. Algehele verdoving: Aangeboden bij operatie voorste kruisbandlaesie?

1

Antwoord KP 1a

1

Percentage patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een ESWL-behandeling is uitgevoerd ?n waarbij tussen 3 maanden en 1 jaar na de eerste ESWL-behandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd Antwoord KP 1a

21,589

79

Percentage patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een ESWL-behandeling is uitgevoerd ?n waarbij tussen 3 maanden en 1 jaar na de eerste ESWL-behandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd Antwoord KP 1a

31,818

75,94

1

1

Beschikt u over een specifiek MDO waarin urologische tumoren adequaat besproken kunnen worden postoperatief?

N.v.t.

Bron

Indicatorset

Ziekenhuis

Indicator

Subvraag

IGZ

Oncologie

Deventer Ziekenhuis

Percentage patiënten waarbij kankerweefsel is achtergebleven (wordt automatisch berekend):

IGZ

Oncologie

Diaconessenhuis Leiden

Borstkanker Percentage patiënten bij wie kankerweefsel is achtergebleven na een eerste borstsparende operatie Exclusiecriteria: Mamma-amputatie. Recidief operatie. Vrijgifte van cytostatica

IGZ

Oncologie

Diaconessenhuis Leiden

IGZ

Oncologie

HagaZiekenhuis

IGZ

Oncologie

Máxima Medisch Centrum

IGZ

Oncologie

Máxima Medisch Centrum

IGZ

Oncologie

Medisch Centrum Alkmaar

Aantal onderzochte formulieren

IGZ

Oncologie

Orbis Medisch en Zorgconcern

Samenwerking Multidisciplinair overleg (MDO)

IGZ

Oncologie

Sint Jans Gasthuis

Deelname aan de Dutch Breast Cancer Audit (DBCA)

IGZ

Oncologie

Westfries Gasthuis

Aantal onderzochte formulieren

2

Borstkanker Percentage patiënten bij wie kankerweefsel is achtergebleven na een eerste borstsparende operatie Exclusiecriteria: Mamma-amputatie. Recidief operatie. Aantal onderzochte formulieren

Borstkanker Percentage patiënten bij wie kankerweefsel is achtergebleven na een eerste borstsparende operatie Exclusiecriteria: Mamma-amputatie. Recidief operatie. Deelname aan de Dutch Breast Cancer Audit (DBCA)

62/93

Geeft een apotheker cytosticabereidingen (VTGM) vrij v••rdat de cytostatica de apotheek verlaten? Indien u een antwoord geeft dat is gemarkeerd met een * dan wordt u verzocht uw antwoord toe te lichten. Percentage patiënten waarbij niet bekend is of kankerweefsel is achtergebleven (wordt automatisch berekend): Percentage volledig ingevulde formulieren voor de kenmerken: Lichaamsgewicht + lengte of lichaamsgewicht + lichaamsoppervlak van de pati?nt (wordt automatisch berekend): Percentage patiënten dat met een borstbesparende operatie is behandeld (wordt automatisch berekend): Heeft u in het verslagjaar informatie over de chirurgische behandeling van primaire mammacarcinomen in uw ziekenhuis aan de Dutch Breast Cancer Audit geleverd? Let op: indien u een antwoord geeft dat is gemarkeerd met een * dan wordt u verzocht Percentage volledig ingevulde formulieren voor de kenmerken: Lichaamsgewicht + lengte of lichaamsgewicht + lichaamsoppervlak van de pati?nt (wordt automatisch berekend): Beschikt u over een specifiek MDO waarin longcarcinomen adequaat besproken kunnen worden postoperatief? Percentage eerste chirurgische resecties voor primair mammacarcinoom waarvan gegevens zijn aangeleverd aan de DBCA: Percentage volledig ingevulde formulieren voor het kenmerk: Datum van toediening (wordt

Oude waarde 20

Nieuwe waarde 9,2

1

9,5

97

100

100

4,9

1

98

100

N.v.t.

64,1

100

53,1

53,1

Bron

Indicatorset

Ziekenhuis

Indicator

Subvraag automatisch berekend):

IGZ

Oncologie

Ziekenhuis Röpcke Zweers

Samenwerking Multidisciplinair overleg (MDO)

IGZ

Operatief proces

D Registratiesysteem

IGZ

Operatief proces

Atrium Medisch Centrum Deventer Ziekenhuis

IGZ

Operatief proces

Nij Smellinghe

IGZ

Operatief proces

Zorggroep Noorderbreedte

ZIZO

Slingeland Ziekenhuis Streekziekenhuis Koningin Beatrix

ZIZO

Operatieve ingrepen bij stressincontinentie bij de vrouw Operatieve ingrepen bij stressincontinentie bij de vrouw Osteoporose

Stopmoment IV: Time-out Time-out Inclusiecriterium: Alle electieve ingrepen vallend binnen de reikwijdte van de richtlijn peroperatief proces. Pijn na een operatie Percentage gestandaardiseerde pijnmetingen bij postoperatieve patiënten Exclusiecriteria: Kinderen jonger dan 7 jaar. patiënten in dagopname. Inclusiecriterium: Postoperatieve patiënten. Beschikt uw ziekenhuislocatie over een centrum voor bekkenbodemproblematiek?

ZIZO

Osteoporose

Academisch Medisch Centrum Vlietland-Ziekenhuis

ZIZO

Parkinson

Rode Kruis Ziekenhuis

ZIZO

Parkinson

Streekziekenhuis Koningin Beatrix

ZIZO

Parkinson

VU Medisch Centrum

ZIZO

2

Nieuwe waarde 0

1

1

1

0,8

0,994

41,1

97

Antwoord KP 1a

1

Beschikt uw ziekenhuislocatie over een centrum voor bekkenbodemproblematiek?

Antwoord KP 1a

1

Heeft de patiënt met osteoporose op uw ziekenhuislocatie een vaste internist? Heeft de patiënt met osteoporose op uw ziekenhuislocatie een vaste internist? Welke van de zorgprofessionals werkzaam op uw ziekenhuislocatie, nemen deel aan het ParkinsonNet? Wordt de patiënt met parkinson op uw ziekenhuislocatie (of binnen uw samenwerkingsverband) behandeld door een parkinsonteam? Welke van de zorgprofessionals werkzaam op uw ziekenhuislocatie, nemen deel aan het ParkinsonNet?

Reumatoloog

1

Reumatoloog

1

n. Neurochirurg

1

Antwoord KP 5a

1

k. Seksuoloog

1

D Registratiesysteem

63/93

Beschikt u over een specifiek MDO waarin longcarcinomen adequaat besproken kunnen worden postoperatief? Beschikt u over een registratiesysteem voor doorlooptijden van heupfracturen? Beschikt u over een registratiesysteem voor doorlooptijden van heupfracturen? Percentage juist uitgevoerde stop-momenten IV (wordt automatisch berekend):

Oude waarde

Percentage 2 (wordt automatisch berekend):

Bron

Indicatorset

Ziekenhuis

Indicator

Subvraag

ZIZO

Reumato?de Artritis

Nij Smellinghe

ZIZO

Reumato?de Artritis

Nij Smellinghe

ZIZO

Reumato?de Artritis

Slotervaartziekenhuis

Welk van de onderstaande personen maken deel uit van het multidisciplinair overleg? Welk van de onderstaande personen maken deel uit van het multidisciplinair overleg? Aantal minuten

IGZ

Verpleegkundige zorg

IGZ

Verpleegkundige zorg

Academisch Medisch Centrum Diakonessenhuis

Beschikbaarheid multidisciplinaire samenwerking Beschikbaarheid multidisciplinaire samenwerking Hoeveel minuten worden er per patiënt met RA voor het eerste consult bij de reumatoloog op uw ziekenhuislocatie ingepland? Risico op delirium Delirium Deliriumbeleid bij klinische patiënten

IGZ

Verpleegkundige zorg

Havenziekenhuis

Delirium Deliriumbeleid bij klinische patiënten

IGZ

Verpleegkundige zorg

Scheperziekenhuis

Delirium Deliriumbeleid bij klinische patiënten

IGZ

Ziekenhuissterfte

Sint Jansdal

IGZ

Ziekenhuissterfte

Sint Jansdal

Veiligheidsprogramma Ziekenhuissterfte HSMR Veiligheidsprogramma Ziekenhuissterfte HSMR

IGZ

Ziekenhuissterfte

Sint Jansdal

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Admiraal de Ruyter Ziekenhuis

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Admiraal de Ruyter Ziekenhuis

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Deventer Ziekenhuis

2

Veiligheidsprogramma Ziekenhuissterfte HSMR Bij welke van onderstaande aspecten speelt de partner een actieve rol tijdens en na de bevalling? Bij welke van onderstaande aspecten speelt de partner een actieve rol tijdens en na de bevalling? Verloskundig samenwerkingsverband

64/93

Oude waarde 0

Nieuwe waarde N.v.t.

N.v.t.

60

40

47,5

88,8

Beschikt u over gespecialiseerd personeel, dat 24 uur beschikbaar is voor consultatie en behandeling bij delirium? Beschikt u over gespecialiseerd personeel, dat 24 uur beschikbaar is voor consultatie en behandeling bij delirium? Beschikt u over een multidisciplinair protocol specifiek voor delirium op de intensive care afdeling? Gebruikt u de diagnosespecifieke SMR's om de sterfte binnen uw ziekenhuis te monitoren? Indien ja: zijn de LMR gegevens door het CBS betrouwbaar genoeg geacht voor de HSMR berekening? Bij voorkeur deze vraag beantwoorden over de LMR van het rapportagejaar. Als het CBS u nog niet heeft kunnen informeren over de LMR van het rapporta Gebruikt u de HSMR om de sterfte binnen uw ziekenhuis te monitoren? f. Aankleden van de baby

1

1

1

1

1

1

1

e. Eerste luier van de baby omdoen

1

Zijn er afspraken gemaakt over uniforme voorlichting over pijnbestrijding door de eerste en tweede lijn?

1

Percentage (wordt automatisch berekend):

Bron

Indicatorset

Ziekenhuis

Indicator

Subvraag

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Diaconessenhuis Leiden

c. Hulpmiddelen om de motorische ontwikkeling te bevorderen

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

HagaZiekenhuis

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Medisch Centrum Alkmaar Rijnland Ziekenhuis

Welke van de volgende aspecten worden (volgens de NIDCAP-methode (2)) op uw ziekenhuislocatie toegepast op de neonatologieafdeling? Welke faciliteiten zijn er op de verloskundeafdeling van uw ziekenhuislocatie aanwezig? Verloskundig samenwerkingsverband

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Rijnland Ziekenhuis

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Rode Kruis Ziekenhuis

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Sint Antonius Ziekenhuis

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Sint Franciscus Gasthuis

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Sint Franciscus Gasthuis

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Sint Jans Gasthuis

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Slingeland Ziekenhuis

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Streekziekenhuis Koningin Beatrix

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

VU Medisch Centrum

2

Welke faciliteiten zijn er op de verloskundeafdeling van uw ziekenhuislocatie aanwezig? Verloskundig samenwerkingsverband Welke faciliteiten zijn er op de verloskundeafdeling van uw ziekenhuislocatie aanwezig? Welke faciliteiten zijn er op de verloskundeafdeling van uw ziekenhuislocatie aanwezig? Bij welke van onderstaande aspecten speelt de partner een actieve rol tijdens en na de bevalling? Bij welke van onderstaande aspecten speelt de partner een actieve rol tijdens en na de bevalling? Welke van de volgende aspecten worden (volgens de NIDCAP-methode (2)) op uw ziekenhuislocatie toegepast op de neonatologieafdeling? Verloskundig samenwerkingsverband Welke faciliteiten zijn er op de verloskundeafdeling van uw ziekenhuislocatie aanwezig? Verloskundig samenwerkingsverband

65/93

Oude waarde

Nieuwe waarde

1

m. Internetverbinding

1

Zijn deze afspraken schriftelijk vastgelegd in een protocol? n. Lactatiekundige verbonden aan de ziekenhuislocatie

1

1

Zijn er afspraken gemaakt over uniforme voorlichting over pijnbestrijding door de eerste en tweede lijn? k. Telefoon

1

1

b. 1-persoonskamer

1

f. Aankleden van de baby

1

e. Eerste luier van de baby omdoen

1

e. Afstemmen van het tijdstip van de (medische) handelingen aan het ritme van de baby

1

Zijn er afspraken gemaakt over uniforme voorlichting over pijnbestrijding door de eerste en tweede lijn? n. Lactatiekundige verbonden aan de ziekenhuislocatie

1

1

Zijn er afspraken gemaakt over uniforme voorlichting over pijnbestrijding door de eerste

1

Bron

Indicatorset

Ziekenhuis

Indicator

Subvraag en tweede lijn?

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Westfries Gasthuis

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Westfries Gasthuis

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Westfries Gasthuis

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Westfries Gasthuis

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Westfries Gasthuis

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Westfries Gasthuis

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

Ziekenhuis Bernhoven

2

Welke faciliteiten zijn er op de verloskundeafdeling van uw ziekenhuislocatie aanwezig? Welke van de volgende aspecten worden (volgens de NIDCAP-methode (2)) op uw ziekenhuislocatie toegepast op de neonatologieafdeling? Welke van de volgende aspecten worden (volgens de NIDCAP-methode (2)) op uw ziekenhuislocatie toegepast op de neonatologieafdeling? Welke van de volgende aspecten worden (volgens de NIDCAP-methode (2)) op uw ziekenhuislocatie toegepast op de neonatologieafdeling? Welke van de volgende aspecten worden (volgens de NIDCAP-methode (2)) op uw ziekenhuislocatie toegepast op de neonatologieafdeling? Welke van de volgende aspecten worden (volgens de NIDCAP-methode (2)) op uw ziekenhuislocatie toegepast op de neonatologieafdeling? Verloskundig samenwerkingsverband

66/93

Oude waarde

Nieuwe waarde

k. Telefoon

1

e. Afstemmen van het tijdstip van de (medische) handelingen aan het ritme van de baby

1

c. Hulpmiddelen om de motorische ontwikkeling te bevorderen

1

i. Zelfregulatiegedrag van de baby bevorderen

1

d. Middelen om de baby zich meer geborgen te laten voelen

1

b. Terugbrengen van omgevingsprikkels

1

Worden er gemeenschappelijke scholingen georganiseerd voor gynaecologen, eerste en tweedelijn verloskundigen en/of verloskundig actieve huisartsen?

1

Appendix C – Geselecteerde indicatoren Deze appendix beschrijft de geselecteerde indicatoren voor zowel de eindscore als de specifieke aandoeningen. De appendix is in een apart PDF document bijgevoegd.

2

67/93

Appendix D – Hercodering antwoorden In een aparte PDF is een tabel opgenomen waarbij aangegeven is hoe antwoorden zijn hercodeerd om zo deze indicatoren te kunnen verwerken in de berekening. Hierbij is ook aangegeven tot welke rekenregel ze behoren. De rekenregels staan uitgelegd in volgende Appendix E.

2

68/93

Appendix E Rekenregels Rekenregel Ja/ nee en klasse vragen (#0)

Type indicatoren Proces Structuur

Categorie

Bron

Rekenregel

Behandeltraject Communicatie Faciliteiten Informatievoorziening Protocollen Behandeltraject Faciliteiten Informatievoorziening Protocollen Behandeltraject Communicatie Faciliteiten Informatievoorziening Protocollen

Aantal indicatoren 109 6 24 14 53 39 6 2 8 16 3 8 48 21

IGZ/ZiZo

∑ scorej

Bieden van zorg (meer is niet beter; #1)

Structuur

Bieden van zorg (meer is beter;#21)

Proces Structuur

Volumenormen (#3)

Uitkomst

Aantal behandelingen

9

IGZ/ ZiZo

Administratie en registratie vragen (#5) Infecties (#6+#7)

Structuur

Administratie Registratie Processen

16 41 4 2

IGZ/ ZiZo

Proces

ZiZo

ZiZo

IGZ IGZ

# in Appendix D worden de bijbehorende indicatoren beschreven waarvoor hercodering noodzakelijk was

2

69/93

/ aantal i van

per indicatorset

toepassing

Max scorei/39 Max scorei/6 Max scorei/2 Max scorei/8 ∑ scorej/max scorei ∑ scorei/ max scorei ∑ scorei/ max scorei ∑ scorei/ max scorei ∑ scorei/ max scorei ∑ (aantal normen behaald /aantal (scorej>Normi)) normen van toepassingi ∑ scorei/aantal i van toepassing ∑ scorei/ aantal i van toepassing scorei/scorej ; Missende score minimum score scorei/scorej; Missende waarden, max score

Appendix F – Corrigeren uitbijters Voor een aantal waarden is gecorrigeerd voor uitzonderlijke waarden. Deze zijn hieronder toegevoegd in de tabel.

DEEL 1: Indicatoren waarbij de waarde aanpast zijn naar n aar het gemiddelde + 3* standaarddeviatie Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

Oncologie

IGZ

Percentage patiënten dat met een borstbesparende operatie is behandeld :

Oncologie

IGZ

Oncologie

IGZ

Osteoporose

ZIZO

Migraine

ZIZO

Varices

ZIZO

Borstkanker Percentage patiënten bij wie kankerweefsel is achtergebleven na een eerste borstsparende operatie Exclusiecriteria: Mamma-amputatie. Recidief operatie. Borstkanker Percentage patiënten bij wie kankerweefsel is achtergebleven na een eerste borstsparende operatie Exclusiecriteria: Mamma-amputatie. Recidief operatie. Borstkanker Percentage patiënten bij wie kankerweefsel is achtergebleven na een eerste borstsparende operatie Exclusiecriteria: Mamma-amputatie. Recidief operatie. Geeft u aan de patiënt met osteoporose informatie bestemd voor de familie, over het onderwerp osteoporose en erfelijkheid? Over welke van onderstaande onderwerpen wordt door uw ziekenhuislocatie schriftelijk informatie verstrekt aan de patiënt? Hoe vindt informatieoverdracht tussen verschillende behandelaars op de ziekenhuislocatie van de patiënt met varices plaats?

Blaascarcinoom

ZIZO

2

Op welke manier is uw ziekenhuislocatie bereikbaar voor vragen?

Indicator waarde 0

Gemiddelde 55.0

Standaard deviatie 16.7

Percentage patiënten dat met een borstbesparende operatie is behandeld :

55.0

16.7

Percentage patiënten dat met een borstbesparende operatie is behandeld :

55.0

16.7

0.5

0.0

0.1

Folders van de NVvHP

1

0.2

0.2

Informatieoverdracht vindt plaats door middel van een EPD. Ieder specialisme houdt een eigen EPD bij. Dit is tevens inzichtelijk voor alle andere specialismen op uw locatie Via een telefoonnummer van het aanspreekpunt

1

0.8

0.1

1

0.4

0.2

Nee

70/93

Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

Psoriasis

ZIZO

Eigen (deel)website dermatologie

Operatieve ingrepen bij stressincontinentie bij de vrouw Melanoom van de huid Knievervanging

ZIZO

Biedt uw ziekenhuislocatie de volgende online faciliteiten aan? Welke van de volgende informatie wordt op papier aan de patiënt meegegeven?

Varices

ZIZO

Op welke wijze(n) worden de uitslagen van de biopsie op uw ziekenhuislocatie aan de patiënt medegedeeld? Welke van de volgende typen knieprotheses worden op uw ziekenhuislocatie geplaatst? Hoe vindt informatieoverdracht tussen verschillende behandelaars op de ziekenhuislocatie van de patiënt met varices plaats?

Varices

ZIZO

Hoe vindt informatieoverdracht tussen verschillende behandelaars op de ziekenhuislocatie van de patiënt met varices plaats?

Cataract

ZIZO

Complicatie achterkapselruptuur

Parkinson

ZIZO

Migraine

ZIZO

Hart en vaten

IGZ

Hanteert uw ziekenhuislocatie een antwoordtermijn voor telefoontjes, als bedoeld onder vraag 2A, van de patiënt met parkinson, waarbinnen hij antwoord op zijn vraag krijgt? Hoeveel minuten worden ingepland voor een vervolgconsult bij de neuroloog, indien er sprake is van verdenking op migraine? Cerebrovasculair Accident (CVA) Door-to-needle time trombolyse Inclusiecriterium: Alle patiënten behandeld met trombolyse na een herseninfarct (DBC behandelcode 210 (211, 212, 213)).

2

ZIZO ZIZO

Indicator waarde 1

Gemiddelde 0.4

Standaard deviatie 0.1

Eventuele restverschijnselen na de operatie

1

0.8

0.1

Via een gesprek op de ziekenhuislocatie met de behandelend arts Knieschijfprothese

1

0.4

0.2

1

0.6

0.1

Informatieoverdracht vindt plaats door middel van een EPD. Ieder specialisme houdt een eigen EPD bij. Dit is tevens inzichtelijk voor alle andere specialismen op uw locatie Informatieoverdracht vindt plaats door middel van een EPD. Ieder specialisme houdt een eigen EPD bij. Dit is tevens inzichtelijk voor alle andere specialismen op uw locatie Percentage cataractoperaties waarbij peroperatief een voorsegmentsvitrectomie is verricht Antwoordtermijn in dagen

1

0.8

0.1

1

0.8

0.1

1.33

0.3

0.2

7

1.9

1.6

30

12.5

3.5

33.3

10.2

7.6

Aantal minuten Percentage 2 (B/C) :

71/93

Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

Reumatoïde Artritis

ZIZO

Longcarcinoom

ZIZO

Migraine

ZIZO

Reumatoïde Artritis

ZIZO

Reumatoïde Artritis

ZIZO

Reumatoïde Artritis

ZIZO

Reumatoïde Artritis

ZIZO

Migraine

ZIZO

Hoeveel minuten worden er per patiënt met RA voor het eerste consult bij de reumatoloog op uw ziekenhuislocatie ingepland? Hoeveel minuten worden er per patiënt ingepland voor het consult, waarin de diagnose wordt medegedeeld? Hoeveel minuten worden ingepland voor het eerste consult bij de neuroloog, indien er sprake is van verdenking op migraine? Hoeveel minuten worden er per patiënt met RA voor een vervolgconsult op het zelfstandig spreekuur van de reumaverpleegkundige ingepland op uw ziekenhuislocatie? Hoeveel minuten worden er per patiënt met RA voor een vervolgconsult op het zelfstandig spreekuur van de reumaverpleegkundige ingepland op uw ziekenhuislocatie? Hoeveel minuten worden er per patiënt met RA voor een vervolgconsult op het zelfstandig spreekuur van de reumaverpleegkundige ingepland op uw ziekenhuislocatie? Hoeveel minuten worden er per patiënt met RA voor een vervolgconsult op het zelfstandig spreekuur van de reumaverpleegkundige ingepland op uw ziekenhuislocatie? Enkelvoudig poliklinisch consult

Migraine

ZIZO

Osteoporose

ZIZO

2

Hoeveel minuten worden ingepland voor het eerste consult bij de neuroloog, indien er sprake is van verdenking op migraine? Dexametrie en BMD meting

Gemiddelde

Aantal minuten

Indicator waarde 45

30.7

Standaard deviatie 3.7

Aantal minuten

45

20.7

6.8

Aantal minuten

60

29.9

8.9

Aantal minuten

60

28.7

10.3

Aantal minuten

60

28.7

10.3

Aantal minuten

60

28.7

10.3

Aantal minuten

60

28.7

10.3

Percentage nieuwe migrainepatiënten dat een enkelvoudig poliklinisch consult heeft gehad Aantal minuten

60.2

15.3

11.0

90

29.9

8.9

Percentage patiënten van 80 jaar en ouder met een recente fractuur waarbij een BMD meting van de lumbale wervelkolom en de heup is uitgevoerd tenminste eenmaal in de periode één jaar voorafgaand aan de fractuur tot drie maanden na de fractuur

94.6

16.0

22.9

72/93

Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

Osteoporose

ZIZO

Dexametrie en BMD meting

Osteoporose

ZIZO

Dexametrie en BMD meting

Percentage patiënten van 80 jaar en ouder met een recente fractuur waarbij een BMD meting van de lumbale wervelkolom en de heup is uitgevoerd tenminste eenmaal in de periode één jaar voorafgaand aan de fractuur tot drie maanden na de fractuur Percentage patiënten van 80 jaar en ouder met een recente fractuur waarbij een BMD meting van de lumbale wervelkolom en de heup is uitgevoerd tenminste eenmaal in de periode één jaar voorafgaand aan de fractuur tot drie maanden na de fractuur

Indicator waarde 100

Gemiddelde 16.0

Standaard deviatie 22.9

100

16.0

22.9

DEEL 2: Indicatoren waarbij de waarde aanpast zijn naar n aar het gemiddelde - 3* standaarddeviatie Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

Oncologie

IGZ

Percentage patiënten dat met een borstbesparende operatie is behandeld :

Oncologie

IGZ

Oncologie

IGZ

Borstkanker Percentage patiënten bij wie kankerweefsel is achtergebleven na een eerste borstsparende operatie Exclusiecriteria: Mammaamputatie. Recidief operatie. Borstkanker Percentage patiënten bij wie kankerweefsel is achtergebleven na een eerste borstsparende operatie Exclusiecriteria: Mammaamputatie. Recidief operatie. Borstkanker Percentage patiënten bij wie kankerweefsel is achtergebleven na een eerste borstsparende operatie Exclusiecriteria: Mammaamputatie. Recidief operatie.

2

Indicator waarde 0

Gemiddelde 55.0

Standaard deviatie 16.7

Percentage patiënten dat met een borstbesparende operatie is behandeld :

55.0

16.7

Percentage patiënten dat met een borstbesparende operatie is behandeld :

55.0

16.7

73/93

Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

Meniscus en voorste kruisband Meniscus en voorste kruisband Operatief proces

ZIZO

Artroscopie bij artrose

ZIZO

Artroscopie bij artrose

IGZ

Blaascarcinoom

ZIZO

Meniscus en voorste kruisband

ZIZO

Percentage patiënten met op enig moment een pijnscore boven de 7 in de eerste 72 uur na een operatie Exclusiecriteria: Kinderen jonger dan 7 jaar. patiënten in dagopname. Inclusiecriterium: Postoperatieve patiënten bij wie systematisch een pijn Binnen welke termijn vinden onderstaande onderzoeken of afspraken plaats op uw ziekenhuislocatie? Heroperatie na artroscopie

Percentage patiënten met artrose dat een artroscopie heeft ondergaan Percentage patiënten met artrose dat een artroscopie heeft ondergaan Percentage (wordt automatisch berekend):

Verpleegkundige zorg

IGZ

Verpleegkundige zorg

IGZ

Hart en vaten

IGZ

Migraine

ZIZO

2

Ondervoeding Screening op ondervoeding A Screening op ondervoeding bij in de kliniek opgenomen volwassenen Exclusiecriteria: patiënten in formele dagopname. patiënten op de kraamafdeling. Ondervoeding Screening op ondervoeding A Screening op ondervoeding bij in de kliniek opgenomen volwassenen Exclusiecriteria: patiënten in formele dagopname. patiënten op de kraamafdeling. Cerebrovasculair Accident (CVA) Door-to-needle time trombolyse Inclusiecriterium: Alle patiënten behandeld met trombolyse na een herseninfarct (DBC behandelcode 210 (211, 212, 213)). Hanteert uw ziekenhuislocatie een antwoordtermijn voor telefoontjes van de patiënt met migraine,

Indicator waarde 37.1

Gemiddelde 6.7

Standaard deviatie 6.8

35.7

6.7

6.8

26.3

6.8

4.0

b. CT-scan - aantal werkdagen

20.0

5.9

3.2

Percentage patiënten dat binnen 1 jaar na artroscopie een heroperatie aan dezelfde knie heeft ondergaan Percentage 2 (C/B): Percentage volwassen patiënten dat geclassificeerd is als matig ondervoed (wordt automatisch berekend):

13.2

3.5

3.1

11.9

4.1

2.5

Percentage 2 (C/B): Percentage volwassen patiënten dat geclassificeerd is als matig ondervoed (wordt automatisch berekend):

11.9

4.1

2.5

Percentage 3 (C-(A+B)/C) (wordt automatisch berekend):

9.8

0.7

1.8

Antwoordtermijn in dagen

7.0

1.8

1.6

74/93

Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

Indicator waarde

Gemiddelde

Standaard deviatie

Antwoordtermijn in dagen

7.0

1.9

1.1

Antwoordtermijn in dagen

7.0

1.6

1.3

Antwoordtermijn in dagen

7.0

2.1

1.3

Percentage 3 (C-(A+B)/C) (wordt automatisch berekend):

6.7

0.7

1.8

Antwoordtermijn in dagen

5.0

2.0

1.0

3.6

0.7

2.8

2.4

0.7

79

25.4

waarbinnen hij antwoord op zijn vraag krijgt? Parkinson

ZIZO

Mammacarcinoom

ZIZO

Reumato?de Artritis

ZIZO

Hart en vaten

IGZ

Osteoporose

ZIZO

Verpleegkundige zorg

IGZ

Oncologie

IGZ

Verpleegkundige zorg

IGZ

Oncologie

IGZ

Baarmoederhalsafwijkingen

ZIZO

2

Hanteert uw ziekenhuislocatie een antwoordtermijn voor e-mails van de patiënt met parkinson, waarbinnen hij antwoord op zijn vraag krijgt? Hanteert uw ziekenhuislocatie een antwoordtermijn voor e-mails van de patiënt met mammacarcinoom, waarbinnen hij antwoord op zijn vraag krijgt? Hanteert uw ziekenhuislocatie een antwoordtermijn voor e-mails van de patiënt met RA, waarbinnen hij antwoord op zijn vraag krijgt? Cerebrovasculair Accident (CVA) Door-to-needle time trombolyse Inclusiecriterium: Alle patiënten behandeld met trombolyse na een herseninfarct (DBC behandelcode 210 (211, 212, 213)). Hanteert uw ziekenhuislocatie een antwoordtermijn voor e-mails van de patiënt met osteoporose, waarbinnen hij antwoord op zijn vraag krijgt? Incidentie decubitus en huidletsels door incontinentie bij een homogene patiëntenpopulatie Borstkanker Percentage patiënten bij wie kankerweefsel is achtergebleven na een eerste borstsparende operatie Exclusiecriteria: Mammaamputatie. Recidief operatie. Incidentie decubitus en huidletsels door incontinentie bij een homogene patiëntenpopulatie Borstkanker Percentage patiënten bij wie kankerweefsel is achtergebleven na een eerste borstsparende operatie Exclusiecriteria: Mammaamputatie. Recidief operatie. Normale cervixcytologie

Incidentie: Percentage patiënten waarbij niet bekend is of kankerweefsel is achtergebleven (wordt automatisch berekend):

2.8

Incidentie: Percentage patiënten waarbij niet bekend is of kankerweefsel is achtergebleven (wordt automatisch berekend): Percentage patiënten dat behandeld is voor CIN 2-3 (op basis van biopt of de excisie zelf),

75/93

0.7

0.7

Indicatorset

Bron

Vraag

Longcarcinoom

ZIZO

Kwaliteitseisen longchirurgie

Nierstenen

ZIZO

ESWL-behandeling

Maagcarcinoom

ZIZO

Mammacarcinoom

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

ZIZO

Chronische belemmering bloedstroom been

ZIZO

Operatieve ingrepen bij stressincontinentie bij de vrouw

ZIZO

Varices

ZIZO

Wordt op uw ziekenhuislocatie bij de patiënt met een maagcarcinoom standaard onderzocht of er een indicatie is voor onderzoek naar een erfelijk gen dat maagcarcinoom kan veroorzaken? Zijn de folders die uw ziekenhuislocatie aan de patiënt met mammacarcinoom meegeeft, ook te downloaden en te printen via de website? Wordt bij aankomst op uw ziekenhuislocatie standaard aan de vrouw (en/of partner) gevraagd of er een geboorteplan is opgesteld, waar de ziekenhuislocatie rekening mee kan houden? Is er op uw ziekenhuislocatie minimaal wekelijks een multidisciplinaire vaatpatiëntbespreking, waarin de patiënt met CBBB wordt besproken? Is alle algemene informatie die op papier aan de patiënt wordt meegegeven over stressincontinentie via de website van het ziekenhuis te downloaden en te printen voor de patiënt? Wordt de patiënt geïnformeerd op basis waarvan de

2

Operationalisatie

Indicator waarde

Gemiddelde

1

0.1

77

17.6

1

0.2

Antwoord KP 7b

1

0.3

Antwoord KP 4b

1

0.3

Antwoord KP 1a

1

0.1

Antwoord KP 3d

1

0.3

Antwoord KP 3a

1

0.3

met een normale cervixcytologie binnen 3 tot 9 maanden na behandeling Voldoet het ziekenhuis aan eisen zoals gesteld door de Nederlandse Vereniging voor Longchirurgie (NVvL)/de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH), danwel eisen zoals gesteld aan een cardiothoracaal chirurgisch centrum? Percentage patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een ESWL-behandeling is uitgevoerd ?n waarbij tussen 3 maanden en 1 jaar na de eerste ESWL-behandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd Antwoord KP 3a

76/93

Standaard deviatie

Indicatorset

Bron

Vraag keuze voor een dermatoloog of een vaatchirurg wordt gemaakt? Wordt de patiënt geïnformeerd op basis waarvan de keuze voor een dermatoloog of een vaatchirurg wordt gemaakt? Wordt tijdens het diagnoseconsult ook de behandeling besproken? Beschikt uw ziekenhuislocatie over een centrum voor bekkenbodemproblematiek?

Varices

ZIZO

Dementie

ZIZO

Operatieve ingrepen bij stressincontinentie bij de vrouw Cataract

ZIZO ZIZO

Biedt uw ziekenhuislocatie de mogelijkheid om de benodigde consulten en vooronderzoeken op dezelfde dag plaats te laten vinden?

HIV/AIDS

ZIZO

Operatieve ingrepen bij stressincontinentie bij de vrouw Ziekten van Adeno?d en Tonsillen

ZIZO

Met welke frequentie vindt er een multidisciplinair teamoverleg (MDO) plaats waarin patiënten met hiv/aids worden besproken? Beschikt uw ziekenhuislocatie over een centrum voor bekkenbodemproblematiek?

ZIZO

Poliklinisch pre-operatief spreekuur

Maagcarcinoom

ZIZO

Di?tist

Varices

ZIZO

Baarmoederhalsafwijkingen

ZIZO

Wordt de patiënt geïnformeerd op basis waarvan de keuze voor een dermatoloog of een vaatchirurg wordt gemaakt? Normale cervixcytologie

2

Operationalisatie

Indicator waarde

Gemiddelde

Antwoord KP 3a

1

0.3

Antwoord KP 1b

1

0.2

Antwoord KP 1a

1

0.2

Biedt uw ziekenhuislocatie de mogelijkheid om de benodigde consulten en vooronderzoeken op dezelfde dag plaats te laten vinden? Antwoord KP 5a

1

0.1

1

0.3

Antwoord KP 1a

1

0.2

Percentage patiënten bij wie een (adeno)tonsillectomie heeft plaatsgevonden en dat op een anesthesiologische polikliniek preoperatief beoordeeld is Is in het ziekenhuis een diëtist aanwezig die de patiënten met een maagcarcinoom en die een maagresectie ondergaan begeleidt? Antwoord KP 3a

96

15.0

1

0.2

1

0.3

Percentage patiënten dat behandeld is voor CIN 2-3 (op basis van biopt of de excisie zelf),

79

25.4

77/93

Standaard deviatie

Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

Carpaletunnelsyndroom

ZIZO

Vindt de CTS-zorg op 1 ziekenhuislocatie plaats?

Varices

ZIZO

Hart en vaten

IGZ

Mammacarcinoom

ZIZO

IBD

ZIZO

Migraine

ZIZO

Baarmoederhalsafwijkingen

ZIZO

Wordt de patiënt geïnformeerd op basis waarvan de keuze voor een dermatoloog of een vaatchirurg wordt gemaakt? Cerebrovasculair Accident (CVA) Door-to-needle time trombolyse Inclusiecriterium: Alle patiënten behandeld met trombolyse na een herseninfarct (DBC behandelcode 210 (211, 212, 213)). Zijn de folders die uw ziekenhuislocatie aan de patiënt met mammacarcinoom meegeeft, ook te downloaden en te printen via de website? Welke van onderstaande activiteiten vinden plaats op uw ziekenhuislocatie, op het gebied van Crohn/colitis ulcerosa? Heeft de patiënt met migraine op uw ziekenhuislocatie een vaste neuroloog? Lokale anesthesie

Parkinson

ZIZO

Varices

ZIZO

Baarmoederhalsafwijkingen

ZIZO

2

Wie zijn er op uw ziekenhuislocatie bij de behandeling en/of verzorging van de patiënt met parkinson standaard betrokken? Wordt de patiënt geïnformeerd op basis waarvan de keuze voor een dermatoloog of een vaatchirurg wordt gemaakt? Normale cervixcytologie

Indicator waarde

Gemiddelde

met een normale cervixcytologie binnen 3 tot 9 maanden na behandeling Antwoord KP 1a

1

0.3

Antwoord KP 3a

1

0.3

Percentage 1 (A/C) (wordt automatisch berekend):

82

24.1

Antwoord KP 7b

1

0.3

Er vinden regelmatig (lotgenoten)bijeenkomsten voor patiënten plaats op de ziekenhuislocatie Antwoord KP 1a

1

0.3

1

0.2

Percentage patiënten dat behandeld is voor CIN dat een ingreep heeft gehad die onder lokale anesthesie is uitgevoerd Parkinsonverpleegkundige

77

24.4

1

0.1

Antwoord KP 3a

1

0.3

Percentage patiënten dat behandeld is voor CIN 2-3 (op basis van biopt of de excisie zelf), met een normale cervixcytologie binnen 3 tot 9 maanden na behandeling

79

25.4

78/93

Standaard deviatie

Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

In opzet curatieve behandeling prostaatcarcinoom

ZIZO

Migraine

ZIZO

Hart en vaten

IGZ

Zwangerschap en bevalling

ZIZO

Varices

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

ZIZO

Reumato?de Artritis

ZIZO

Mammacarcinoom

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

ZIZO

Oncologie

IGZ

Krijgt de patiënt met prostaatcarcinoom voor ontslag uit uw ziekenhuislocatie standaard een consult met een verpleegkundige m.b.t. het onderwerp incontinentie? Heeft de patiënt met migraine op uw ziekenhuislocatie een vaste neuroloog? Cerebrovasculair Accident (CVA) Door-to-needle time trombolyse Inclusiecriterium: Alle patiënten behandeld met trombolyse na een herseninfarct (DBC behandelcode 210 (211, 212, 213)). Wordt bij aankomst op uw ziekenhuislocatie standaard aan de vrouw (en/of partner) gevraagd of er een geboorteplan is opgesteld, waar de ziekenhuislocatie rekening mee kan houden? Wordt de patiënt geïnformeerd op basis waarvan de keuze voor een dermatoloog of een vaatchirurg wordt gemaakt? Wordt bij aankomst op uw ziekenhuislocatie standaard aan de vrouw (en/of partner) gevraagd of er een geboorteplan is opgesteld, waar de ziekenhuislocatie rekening mee kan houden? Wordt de naam van het vaste aanspreekpunt voor de patiënt met RA op papier meegegeven aan de patiënt? Zijn de folders die uw ziekenhuislocatie aan de patiënt met mammacarcinoom meegeeft, ook te downloaden en te printen via de website? Bij welke van onderstaande aspecten speelt de partner een actieve rol tijdens en na de bevalling? Deelname aan de Dutch Breast Cancer Audit (DBCA)

2

Gemiddelde

Antwoord KP 6a

Indicator waarde 0

1

Standaard deviatie 0.2

Antwoord KP 1a

1

0.2

Percentage 1 (A/C) (wordt automatisch berekend):

82

24.1

Antwoord KP 4b

1

0.3

Antwoord KP 3a

1

0.3

Antwoord KP 4b

1

0.3

Antwoord KP 2a

1

0.2

Antwoord KP 7b

1

0.3

c. Wassen van de baby na de bevalling

1

0.2

Percentage eerste chirurgische resecties voor primair mammacarcinoom waarvan gegevens zijn aangeleverd aan de DBCA:

93

24.4

79/93

Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

IBD

ZIZO

Er wordt wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd op de ziekenhuislocatie

Carpaletunnelsyndroom

ZIZO

Welke van onderstaande activiteiten vinden plaats op uw ziekenhuislocatie, op het gebied van Crohn/colitis ulcerosa? Vindt de CTS-zorg op 1 ziekenhuislocatie plaats?

Operatieve ingrepen bij stressincontinentie bij de vrouw

ZIZO

Operatieve ingrepen bij stressincontinentie bij de vrouw

ZIZO

Carpaletunnelsyndroom

ZIZO

Hart en vaten

IGZ

Operatief proces

IGZ

Carpaletunnelsyndroom

ZIZO

Mammacarcinoom

ZIZO

Carpaletunnelsyndroom

ZIZO

Obstructief slaapapneusyndroom

ZIZO

2

Indicator waarde 0

Gemiddelde 1

Standaard deviatie 0.2

Antwoord KP 1a

1

0.3

Is alle algemene informatie die op papier aan de patiënt wordt meegegeven over stressincontinentie via de website van het ziekenhuis te downloaden en te printen voor de patiënt? Is alle algemene informatie die op papier aan de patiënt wordt meegegeven over stressincontinentie via de website van het ziekenhuis te downloaden en te printen voor de patiënt? Vindt de CTS-zorg op 1 ziekenhuislocatie plaats?

Antwoord KP 3d

1

0.3

Antwoord KP 3d

1

0.3

Antwoord KP 1a

1

0.3

Cerebrovasculair Accident (CVA) Door-to-needle time trombolyse Inclusiecriterium: Alle patiënten behandeld met trombolyse na een herseninfarct (DBC behandelcode 210 (211, 212, 213)). Pijn na een operatie Percentage gestandaardiseerde pijnmetingen bij postoperatieve patiënten Exclusiecriteria: Kinderen jonger dan 7 jaar. patiënten in dagopname. Inclusiecriterium: Postoperatieve patiënten. Vindt de CTS-zorg op 1 ziekenhuislocatie plaats?

Percentage 1 (A/C) (wordt automatisch berekend):

82

24.1

Percentage 2 (wordt automatisch berekend):

86

14.1

Antwoord KP 1a

1

0.3

Zijn de folders die uw ziekenhuislocatie aan de patiënt met mammacarcinoom meegeeft, ook te downloaden en te printen via de website? Welke ondersteunende disciplines zijn er betrokken bij de CTS-zorg vanuit uw ziekenhuislocatie? Welke informatie is te vinden op de website van uw ziekenhuis(locatie)?

Antwoord KP 7b

1

0.3

1

1

0.2

Anders Informatie over wat patiënten zelf kunnen doen om OSAS te verminderen/voorkomen

80/93

0.2

Indicatorset

Bron

Vraag

(OSAS) bij volwassenen

Indicator waarde

Gemiddelde

Standaard deviatie

Antwoord KP 4c

1

0.2

Antwoord KP 7b

1

0.3

Percentage patiënten met een longcarcinoom, dat is besproken in het MDO en geen mediastinoscopie heeft ondergaan, waarbij de diagnostiek binnen 28 kalenderdagen na het maken van de eerste afspraak is afgerond Antwoord KP 5

81

23.1

1

0.2

Wordt er aanvullend op de gebruikelijke behandeling door de dermatoloog/allergoloog gestructureerde voorlichting gegeven door de dermatoloog/allergoloog, verpleegkundige of gelijkwaardige informant aan nieuwe patiënten met constitutioneel eczeem Percentage patiënten met een longcarcinoom, dat is besproken in het MDO en geen mediastinoscopie heeft ondergaan, waarbij de diagnostiek binnen 28 kalenderdagen na het maken van de eerste afspraak is afgerond Antwoord KP 4b

1

0.1

81

23.1

1

0.3

(zoals leefstijladviezen)

Varices

ZIZO

Mammacarcinoom

ZIZO

Longcarcinoom

ZIZO

Is alle algemene informatie die op papier aan de patiënt wordt meegegeven over varices ook via de website van het ziekenhuis te downloaden en printen voor de patiënt? Zijn de folders die uw ziekenhuislocatie aan de patiënt met mammacarcinoom meegeeft, ook te downloaden en te printen via de website? Doorlooptijd diagnostiek

Varices

ZIZO

Hoe vindt de nacontrole plaats?

Constitutioneel Eczeem

ZIZO

Gestructureerde voorlichting

Longcarcinoom

ZIZO

Doorlooptijd diagnostiek

Zwangerschap en bevalling

ZIZO

Wordt bij aankomst op uw ziekenhuislocatie standaard aan de vrouw (en/of partner) gevraagd of er een geboorteplan is opgesteld, waar de

2

Operationalisatie

81/93

Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

Indicator waarde

Gemiddelde

Standaard deviatie

ziekenhuislocatie rekening mee kan houden? Carpaletunnelsyndroom

ZIZO

Vindt de CTS-zorg op 1 ziekenhuislocatie plaats?

Antwoord KP 1a

1

0.3

Nierstenen

ZIZO

Antwoord KP 1a

1

0.2

Varices

ZIZO

Antwoord KP 3a

1

0.3

Longcarcinoom

ZIZO

Heeft de patiënt met nierstenen op uw ziekenhuislocatie ??n vaste uroloog? Wordt de patiënt geïnformeerd op basis waarvan de keuze voor een dermatoloog of een vaatchirurg wordt gemaakt? Doorlooptijd diagnostiek

81

23.1

Hart en vaten

IGZ

Percentage patiënten met een longcarcinoom, dat is besproken in het MDO en geen mediastinoscopie heeft ondergaan, waarbij de diagnostiek binnen 28 kalenderdagen na het maken van de eerste afspraak is afgerond Percentage 1 (A/C) (wordt automatisch berekend):

82

24.1

Hart en vaten

IGZ

Percentage 1 (A/C) (wordt automatisch berekend):

82

24.1

Operatieve ingrepen bij stressincontinentie bij de vrouw Operatief proces

ZIZO

Antwoord KP 1a

1

0.2

IGZ

E Registratie volgens LTR

Percentage (wordt automatisch berekend):

90

26.1

Varices

ZIZO

Antwoord KP 3a

1

0.3

Oncologie

IGZ

Wordt de patiënt geïnformeerd op basis waarvan de keuze voor een dermatoloog of een vaatchirurg wordt gemaakt? Deelname aan de Dutch Breast Cancer Audit (DBCA)

Percentage eerste chirurgische resecties voor primair mammacarcinoom waarvan

93

24.4

2

Cerebrovasculair Accident (CVA) Door-to-needle time trombolyse Inclusiecriterium: Alle patiënten behandeld met trombolyse na een herseninfarct (DBC behandelcode 210 (211, 212, 213)). Cerebrovasculair Accident (CVA) Door-to-needle time trombolyse Inclusiecriterium: Alle patiënten behandeld met trombolyse na een herseninfarct (DBC behandelcode 210 (211, 212, 213)). Beschikt uw ziekenhuislocatie over een centrum voor bekkenbodemproblematiek?

82/93

Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

Indicator waarde

Gemiddelde

Standaard deviatie

gegevens zijn aangeleverd aan de DBCA: Verpleegkundige zorg

IGZ

Risico op delirium

Percentage (wordt automatisch berekend):

76

24.7

IBD

ZIZO

Er wordt regelmatig een symposium georganiseerd op de ziekenhuislocatie

1

0.3

Baarmoederhalsafwijkingen

ZIZO

Welke van onderstaande activiteiten vinden plaats op uw ziekenhuislocatie, op het gebied van Crohn/colitis ulcerosa? Normale cervixcytologie

79

25.4

Operatief proces

IGZ

E Registratie volgens LTR

Percentage patiënten dat behandeld is voor CIN 2-3 (op basis van biopt of de excisie zelf), met een normale cervixcytologie binnen 3 tot 9 maanden na behandeling Percentage (wordt automatisch berekend):

90

26.1

Carpaletunnelsyndroom

ZIZO

Vindt de CTS-zorg op 1 ziekenhuislocatie plaats?

Antwoord KP 1a

1

0.3

Oncologie

IGZ

Deelname aan de Dutch Breast Cancer Audit (DBCA)

93

24.4

Baarmoederhalsafwijkingen

ZIZO

Lokale anesthesie

77

24.4

Operatieve ingrepen bij stressincontinentie bij de vrouw

ZIZO

1

0.3

Varices

ZIZO

Is alle algemene informatie die op papier aan de patiënt wordt meegegeven over stressincontinentie via de website van het ziekenhuis te downloaden en te printen voor de patiënt? Hoe vindt de nacontrole plaats?

Percentage eerste chirurgische resecties voor primair mammacarcinoom waarvan gegevens zijn aangeleverd aan de DBCA: Percentage patiënten dat behandeld is voor CIN dat een ingreep heeft gehad die onder lokale anesthesie is uitgevoerd Antwoord KP 3d

Antwoord KP 5

1

0.2

Operatief proces

IGZ

E Registratie volgens LTR

Percentage (wordt automatisch berekend):

90

26.1

Reumato?de Artritis

ZIZO

Antwoord KP 6b

1

0.1

Longcarcinoom

ZIZO

Heeft de commissie Kwaliteitsvisitaties Reumatologiepraktijken de vakgroep reumatologie gecertificeerd? Doorlooptijd diagnostiek

Percentage patiënten met een longcarcinoom, dat is besproken in het MDO

81

23.1

2

83/93

Indicatorset

Bron

Vraag

Oncologie

IGZ

Zwangerschap en bevalling

ZIZO

Kwetsbare groepen

IGZ

Operatief proces

IGZ

E Registratie volgens LTR

Oncologie

IGZ

Deelname aan de Dutch Breast Cancer Audit (DBCA)

Operatief proces

IGZ

E Registratie volgens LTR

Obstructief slaapapneusyndroom (OSAS) bij volwassenen Nierstenen

ZIZO

Welke informatie krijgt de patiënt op papier mee van uw ziekenhuis(locatie)?

ZIZO

ESWL-behandeling

Oncologie

IGZ

Deelname aan de Dutch Breast Cancer Audit (DBCA)

Mammacarcinoom

ZIZO

Krijgt de patiënt met mammacarcinoom een telefoonnummer mee op papier dat hij 's avonds, 's

2

Deelname aan de Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA) Wordt bij aankomst op uw ziekenhuislocatie standaard aan de vrouw (en/of partner) gevraagd of er een geboorteplan is opgesteld, waar de ziekenhuislocatie rekening mee kan houden? Infrastructuur signalering kindermishandeling Multidisciplinair team kindermishandeling

Operationalisatie

Indicator waarde

Gemiddelde

en geen mediastinoscopie heeft ondergaan, waarbij de diagnostiek binnen 28 kalenderdagen na het maken van de eerste afspraak is afgerond Percentage (wordt automatisch berekend):

99

11.1

Antwoord KP 4b

1

0.3

Heeft naast diverse ziekenhuismedewerkers ook een vertrouwensarts van het AMK zitting inzake kindermishandeling? Percentage (wordt automatisch berekend):

1

0.1

90

26.1

Percentage eerste chirurgische resecties voor primair mammacarcinoom waarvan gegevens zijn aangeleverd aan de DBCA: Percentage (wordt automatisch berekend):

93

24.4

90

26.1

Informatie over wat patiënten zelf kunnen doen om OSAS te verminderen/voorkomen (zoals leefstijladviezen) Percentage patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een ESWL-behandeling is uitgevoerd ?n waarbij tussen 3 maanden en 1 jaar na de eerste ESWL-behandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd Percentage eerste chirurgische resecties voor primair mammacarcinoom waarvan gegevens zijn aangeleverd aan de DBCA: Antwoord KP 4b

1

0.2

77

17.6

93

24.4

1

0.2

84/93

Standaard deviatie

Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

Indicator waarde

Gemiddelde

Standaard deviatie

Antwoord KP 7b

1

0.3

79

25.4

90

26.1

Mammacarcinoom

ZIZO

Baarmoederhalsafwijkingen

ZIZO

nachts en in het weekend kan bellen voor dringende vragen? Zijn de folders die uw ziekenhuislocatie aan de patiënt met mammacarcinoom meegeeft, ook te downloaden en te printen via de website? Normale cervixcytologie

Operatief proces

IGZ

E Registratie volgens LTR

Percentage patiënten dat behandeld is voor CIN 2-3 (op basis van biopt of de excisie zelf), met een normale cervixcytologie binnen 3 tot 9 maanden na behandeling Percentage (wordt automatisch berekend):

Carpaletunnelsyndroom

ZIZO

Vindt de CTS-zorg op 1 ziekenhuislocatie plaats?

Antwoord KP 1a

1

0.3

Carpaletunnelsyndroom

ZIZO

Vindt de CTS-zorg op 1 ziekenhuislocatie plaats?

Antwoord KP 1a

1

0.3

Longcarcinoom

ZIZO

Doorlooptijd diagnostiek

81

23.1

Operatief proces

IGZ

Pijn na een operatie Percentage gestandaardiseerde pijnmetingen bij postoperatieve patiënten Exclusiecriteria: Kinderen jonger dan 7 jaar. patiënten in dagopname. Inclusiecriterium: Postoperatieve patiënten.

1

0.1

Operatieve ingrepen bij stressincontinentie bij de vrouw

ZIZO

1

0.3

Varices

ZIZO

Is alle algemene informatie die op papier aan de patiënt wordt meegegeven over stressincontinentie via de website van het ziekenhuis te downloaden en te printen voor de patiënt? Hoe vindt de nacontrole plaats?

Percentage patiënten met een longcarcinoom, dat is besproken in het MDO en geen mediastinoscopie heeft ondergaan, waarbij de diagnostiek binnen 28 kalenderdagen na het maken van de eerste afspraak is afgerond Is het percentage gestandaardiseerde pijnmetingen bij postoperatieve patiënten op de verkoever in het verslagjaar bekend? Indien u een antwoord geeft dat is gemarkeerd met een * dan wordt u verzocht uw antwoord toe te lichten. Antwoord KP 3d

Antwoord KP 5

1

0.2

2

85/93

Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

Hart en vaten

IGZ

Percentage 1 (A/C) (wordt automatisch berekend):

Meniscus en voorste kruisband

ZIZO

Operatief proces

IGZ

IBD

ZIZO

Meniscus en voorste kruisband

ZIZO

Infectieziekten

IGZ

Cerebrovasculair Accident (CVA) Door-to-needle time trombolyse Inclusiecriterium: Alle patiënten behandeld met trombolyse na een herseninfarct (DBC behandelcode 210 (211, 212, 213)). Krijgt de patiënt met meniscus- of voorste kruisbandlaesie een e-mailadres mee op papier waar hij vragen naartoe kan mailen? Pijn na een operatie Percentage gestandaardiseerde pijnmetingen bij postoperatieve patiënten Exclusiecriteria: Kinderen jonger dan 7 jaar. patiënten in dagopname. Inclusiecriterium: Postoperatieve patiënten. Welke van onderstaande activiteiten vinden plaats op uw ziekenhuislocatie, op het gebied van Crohn/colitis ulcerosa? Hanteert uw ziekenhuislocatie een antwoordtermijn voor e-mails van de patiënt met meniscus- of voorste kruisbandlaesie, waarbinnen hij antwoord op zijn vraag krijgt? Wondinfecties na hartchirurgie

Dementie

ZIZO

Waaruit bestaat de nazorg die door uw ziekenhuislocatie wordt gegeven?

Heupvervanging

ZIZO

Liesbreukoperaties

ZIZO

Maagcarcinoom

ZIZO

Welke van de volgende typen heupprotheses worden op uw ziekenhuislocatie geplaatst? Welke informatie is te vinden op de website van uw ziekenhuis(locatie)? Diëtist

2

Indicator waarde 0

Gemiddelde 82

Standaard deviatie 24.1

Antwoord KP 4c

1

0.2

Percentage 1 (wordt automatisch berekend):

94

13.0

Er wordt regelmatig een symposium georganiseerd op de ziekenhuislocatie

1

0.3

Antwoord KP 4d

1

0.2

Hoeveel patiënten zijn geïncludeerd in de incidentiemeting? De patiënt en mantelzorger(s) krijgen een telefoonnummer mee van de zorgprofessional(s) die de nazorg regelt/regelen Gecementeerde heupprothese

1

0.1

1

0.2

1

0.1

Leefregels voor n˜ de operatie

1

0.2

Indien ja bij 5b, Worden alle patiënten met een maagcarcinoom die een maagresectie ondergaan door deze di?tist standaard

1

0.2

86/93

Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

Indicator waarde

Gemiddelde

Standaard deviatie

Indien ja, bevat dit protocol: stop criteria

1

0.2

Bezoek krijgt de mogelijkheid te helpen in de persoonlijke zorg van de patiënt met dementie Antwoord KP 2b

1

1

0.1

1

1

0.1

Antwoord KP 5d

1

1

0.1

histologische punctie

1

1

0.1

Antwoord KP 5d

1

1

0.1

Stereotactische biopsie

1

1

0.1

Antwoord KP 5c

1

1

0.1

Antwoord KP 5d

1

1

0.1

POSTOPERATIEF begeleid? Dementie

ZIZO

Dementie

ZIZO

In opzet curatieve behandeling prostaatcarcinoom Melanoom van de huid

ZIZO

Mammacarcinoom

ZIZO

Melanoom van de huid

ZIZO

Mammacarcinoom

ZIZO

Diabetes

ZIZO

Melanoom van de huid

ZIZO

2

ZIZO

Aanwezigheid van een protocol acetylcholinesteraseremmers Welke mogelijkheden zijn er op uw ziekenhuislocatie voor mantelzorger(s) aanwezig om de patiënt met dementie te kunnen ondersteunen? Met welke frequentie vindt er een MDO plaats waarin patiënten met prostaatcarcinoom worden besproken? Worden er op uw ziekenhuislocatie standaard aan de patiënt met melanoom van de huid naast de mondelinge instructies ook instructies op papier meegegeven over hoe hij zelf zijn huid kan controleren op verdachte plekjes (zelfdiagnostiek)? Kunt u hieronder aangeven welke van onderstaande diagnostische onderzoeken binnen 5 werkdagen plaatsvinden? Worden er op uw ziekenhuislocatie standaard aan de patiënt met melanoom van de huid naast de mondelinge instructies ook instructies op papier meegegeven over hoe hij zelf zijn huid kan controleren op verdachte plekjes (zelfdiagnostiek)? Kunt u hieronder aangeven welke van onderstaande diagnostische onderzoeken binnen 5 werkdagen plaatsvinden? Is het op uw ziekenhuislocatie mogelijk om een insulinepomp te verstrekken? Worden er op uw ziekenhuislocatie standaard aan de patiënt met melanoom van de huid naast de mondelinge instructies ook instructies op papier meegegeven over hoe hij zelf zijn huid kan

87/93

Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

Indicator waarde

Gemiddelde

Standaard deviatie

Antwoord KP 5c

1

1

0.1

Antwoord KP 1c

1

1

0.1

Stereotactische biopsie

1

1

0.1

Is er in het ziekenhuis een team kindermishandeling actief met een vergelijkbare samenstelling zoals beschreven in de basisset? Bezoeken van de patiënt met dementie is mogelijk buiten de vaste bezoektijden

1

1

0.1

1

1

0.1

Bezoeken van de patiënt met dementie is mogelijk buiten de vaste bezoektijden

1

1

0.1

histologische punctie

1

1

0.1

Ja, door filmpjes of videomateriaal

1

1

0.1

Antwoord KP 2b

1

1

0.1

controleren op verdachte plekjes (zelfdiagnostiek)? Melanoom van de huid

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

ZIZO

Mammacarcinoom

ZIZO

Kwetsbare groepen

IGZ

Dementie

ZIZO

Dementie

ZIZO

Mammacarcinoom

ZIZO

Operatieve ingrepen bij stressincontinentie bij de vrouw In opzet curatieve behandeling

ZIZO

2

ZIZO

Worden er op uw ziekenhuislocatie standaard bij de patiënt met melanoom van de huid mondelinge instructies gegeven aan de patiënt over hoe hij zelf zijn huid kan controleren op verdachte plekjes (zelfdiagnostiek)? Is het op uw ziekenhuislocatie voor de moeder mogelijk om, indien de pasgeboren baby moet worden opgenomen, bij haar kind te overnachten (rooming-in)? Kunt u hieronder aangeven welke van onderstaande diagnostische onderzoeken binnen 5 werkdagen plaatsvinden? Infrastructuur signalering kindermishandeling Multidisciplinair team kindermishandeling Welke mogelijkheden zijn er op uw ziekenhuislocatie voor mantelzorger(s) aanwezig om de patiënt met dementie te kunnen ondersteunen? Welke mogelijkheden zijn er op uw ziekenhuislocatie voor mantelzorger(s) aanwezig om de patiënt met dementie te kunnen ondersteunen? Kunt u hieronder aangeven welke van onderstaande diagnostische onderzoeken binnen 5 werkdagen plaatsvinden? Wordt de uitleg aan de patiënt met stressincontinentie ondersteund door beeldmateriaal? Met welke frequentie vindt er een MDO plaats waarin patiënten met prostaatcarcinoom worden

88/93

Indicatorset

Bron

prostaatcarcinoom

Operationalisatie

Indicator waarde

Gemiddelde

Standaard deviatie

Antwoord KP 6c

1

1

0.1

Antwoord KP 1a

1

1

0.1

Antwoord KP 1a

1

1

0.1

Bezoek krijgt de mogelijkheid te helpen in de persoonlijke zorg van de patiënt met dementie Antwoord KP 5c

1

1

0.1

1

1

0.1

Antwoord KP 7a

1

1

0.1

histologische punctie

1

1

0.1

Stereotactische biopsie

1

1

0.1

Antwoord KP 2b

1

1

0.1

Antwoord KP 5c

1

1

0.1

besproken?

Diabetes

ZIZO

Chronische belemmering bloedstroom been

ZIZO

Zwangerschap en bevalling

ZIZO

Dementie

ZIZO

Melanoom van de huid

ZIZO

Diabetes

ZIZO

Mammacarcinoom

ZIZO

Mammacarcinoom

ZIZO

In opzet curatieve behandeling prostaatcarcinoom Melanoom van de huid

ZIZO

2

Vraag

ZIZO

Worden patiënten met diabetes door uw ziekenhuislocatie standaard doorverwezen naar een di?tist? Is er op uw ziekenhuislocatie minimaal wekelijks een multidisciplinaire vaatpatiëntbespreking, waarin de patiënt met CBBB wordt besproken? Verblijft op uw ziekenhuislocatie de pasgeboren baby voortdurend bij de moeder op de kamer? Welke mogelijkheden zijn er op uw ziekenhuislocatie voor mantelzorger(s) aanwezig om de patiënt met dementie te kunnen ondersteunen? Worden er op uw ziekenhuislocatie standaard bij de patiënt met melanoom van de huid mondelinge instructies gegeven aan de patiënt over hoe hij zelf zijn huid kan controleren op verdachte plekjes (zelfdiagnostiek)? Biedt uw ziekenhuislocatie psychosociale ondersteuning aan de patiënt voor de omgang met diabetes? Kunt u hieronder aangeven welke van onderstaande diagnostische onderzoeken binnen 5 werkdagen plaatsvinden? Kunt u hieronder aangeven welke van onderstaande diagnostische onderzoeken binnen 5 werkdagen plaatsvinden? Met welke frequentie vindt er een MDO plaats waarin patiënten met prostaatcarcinoom worden besproken? Worden er op uw ziekenhuislocatie standaard bij de patiënt met melanoom van de huid mondelinge

89/93

Indicatorset

Bron

Vraag

Oncologie

IGZ

instructies gegeven aan de patiënt over hoe hij zelf zijn huid kan controleren op verdachte plekjes (zelfdiagnostiek)? Samenwerking Multidisciplinair overleg (MDO)

Oncologie

IGZ

Samenwerking Multidisciplinair overleg (MDO)

Diabetes

ZIZO

Operatieve ingrepen bij stressincontinentie bij de vrouw Nierstenen

ZIZO

Welke van onderstaande zorgprofessionals maken deel uit van het kinderdiabetesteam? Welke van de volgende informatie wordt op papier aan de patiënt meegegeven?

alles sets

IGZ

Liesbreukoperaties

ZIZO

Welke informatie is te vinden op de website van uw ziekenhuis(locatie)?

Liesbreukoperaties

ZIZO

Welke informatie is te vinden op de website van uw ziekenhuis(locatie)?

Obstructief slaapapneusyndroom (OSAS) bij volwassenen Verpleegkundige zorg

ZIZO

Welke informatie krijgt de patiënt op papier mee van uw ziekenhuis(locatie)?

IGZ

Delirium Deliriumbeleid bij klinische patiënten

2

ZIZO

Wordt de volgende informatie uitgebreid met de patiënt besproken? Screening op en observatie van delirium

Operationalisatie

Indicator waarde

Gemiddelde

Beschikt u over een specifiek MDO waarin urologische tumoren adequaat besproken kunnen worden voor start behandeling? Beschikt u over een specifiek MDO waarin mammacarcinoom adequaat besproken kan worden postoperatief? c. Di?tist(e)

1

1

0.1

1

1

0.1

1

1

Eventuele restverschijnselen na de operatie

1

1

0.1

Verschillende typen nierstenen

1

1

0.1

Is het aantal geobserveerde patiënten van 70 jaar en ouder met een verhoogd risico op een delirium bekend? Informatie over mogelijke klachten na een operatie, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen verwachte klachten en klachten die spoed vereisen De operatietechnieken die, in geval van liesbreuk, op de ziekenhuislocatie worden uitgevoerd Informatie over de invloed van OSAS op het dagelijks leven van de patiënt (zoals autorijden) Beschikt u over een multidisciplinair protocol specifiek voor delirium op de intensive care afdeling?

1

1

0.1

1

1

0.1

1

1

0.1

1

1

0.1

1

1

0.0

90/93

Standaard deviatie

0.1

Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

Verpleegkundige zorg

IGZ

Delirium Deliriumbeleid bij klinische patiënten

Maagcarcinoom

ZIZO

MDO en behandelplan

Maagcarcinoom

ZIZO

MDO en behandelplan

Maagcarcinoom

ZIZO

MDO en behandelplan

Operatief proces

IGZ

Baarmoederhalsafwijkingen

ZIZO

Stopmoment IV: Time-out Time-out Inclusiecriterium: Alle electieve ingrepen vallend binnen de reikwijdte van de richtlijn peroperatief proces. Lokale anesthesie

Beschikt u over gespecialiseerd personeel, dat 24 uur beschikbaar is voor consultatie en behandeling bij delirium? Indien ja, Zijn bij het MDO de volgende specialismen betrokken? Indien ja, Zijn bij het MDO de volgende specialismen betrokken? Indien ja, Zijn bij het MDO de volgende specialismen betrokken? Percentage juist uitgevoerde stop-momenten IV (wordt automatisch berekend):

Baarmoederhalsafwijkingen

ZIZO

Lokale anesthesie

Ziekten van Adeno?d en Tonsillen

ZIZO

Poliklinisch pre-operatief spreekuur

Operatief proces

IGZ

Oncologie

IGZ

Pijn na een operatie Percentage gestandaardiseerde pijnmetingen bij postoperatieve patiënten Exclusiecriteria: Kinderen jonger dan 7 jaar. patiënten in dagopname. Inclusiecriterium: Postoperatieve patiënten. Aantal onderzochte formulieren

2

Percentage patiënten dat behandeld is voor CIN dat een ingreep heeft gehad die onder lokale anesthesie is uitgevoerd Percentage patiënten dat behandeld is voor CIN dat een ingreep heeft gehad die onder lokale anesthesie is uitgevoerd Percentage patiënten bij wie een (adeno)tonsillectomie heeft plaatsgevonden en dat op een anesthesiologische polikliniek preoperatief beoordeeld is Percentage 2 (wordt automatisch berekend):

Percentage volledig ingevulde formulieren voor het kenmerk: Datum van toediening (wordt automatisch berekend):

91/93

Indicator waarde 1

Gemiddelde 1

Standaard deviatie 0.0

1

1

0.0

1

1

0.0

1

1

0.0

1

94

12.0

1

77

24.4

4

77

24.4

24

96

15.0

35

86

14.1

53

99

5.2

Indicatorset

Bron

Vraag

Operationalisatie

Oncologie

IGZ

Aantal onderzochte formulieren

Oncologie

IGZ

Aantal onderzochte formulieren

Oncologie

IGZ

Aantal onderzochte formulieren

Percentage volledig ingevulde formulieren voor de kenmerken: Lichaamsgewicht + lengte of lichaamsgewicht + lichaamsoppervlak van de patiënt (wordt automatisch berekend): Percentage volledig ingevulde formulieren voor de kenmerken: Lichaamsgewicht + lengte of lichaamsgewicht + lichaamsoppervlak van de patiënt (wordt automatisch berekend): Percentage volledig ingevulde formulieren voor het kenmerk: Dosering (wordt automatisch berekend):

2

92/93

Indicator waarde 97

Gemiddelde 100

Standaard deviatie 0.4

99

100

0.4

100

100

0.0

Appendix G – Wijzigingen verantwoordingsdocument Versie 1.0 Datum: 19 oktober 2010 Versie 2.0 Datum: 10 oktober 2011 Versie 3.0 Datum: 29 oktober 2012 Versie 3.1 Datum: 14 november 2012 Versie 4.0 Datum 28 oktober 2013

2

93/93

93 - PDF Free Download (2025)
Top Articles
Latest Posts
Recommended Articles
Article information

Author: Neely Ledner

Last Updated:

Views: 6078

Rating: 4.1 / 5 (42 voted)

Reviews: 81% of readers found this page helpful

Author information

Name: Neely Ledner

Birthday: 1998-06-09

Address: 443 Barrows Terrace, New Jodyberg, CO 57462-5329

Phone: +2433516856029

Job: Central Legal Facilitator

Hobby: Backpacking, Jogging, Magic, Driving, Macrame, Embroidery, Foraging

Introduction: My name is Neely Ledner, I am a bright, determined, beautiful, adventurous, adventurous, spotless, calm person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.